E-Books                  Home                              PDF-versie

 

 

Contact: rhegie2@planet.nl

 

 

 

Achtergronden bij de methode ‘Larilo’

 

 

2006-11-01-18-09-58_edited

 

 

Het belangrijkste kenmerk van de methode is, dat er wordt gewerkt met lettergrepen in kleurreliëf. 

Voorbeeld: Ker.mis    La.ri.lo     tan.den.bor.stel

 

Het principe achter het kleurreliëf is dat er diepte in de weergave ontstaat door steeds een actieve kleur (rood,oranje,geel etc.)[1] te laten volgen door een passieve kleur (groen, blauw etc).

Kortom: het te lezen woord is minder eendimensionaal.

De gekozen kleurvolgorde is telkens hetzelfde zodat kinderen met sequentieproblemen houvast hebben.

 

De beklemtoonde beginlettergreep van het woord is altijd rood, omdat dit een erg actieve signaalkleur is.

Het rood fungeert dus als richtingaanwijzer.

 

Het contrast is het verder zodanig dat de kleuren die in de vaste volgorde van het kleurreliëf achter elkaar worden gebruikt, in het gewone kleurenspectrum niet meteen naast elkaar mogen staan.

Dus:rood ▫▫ groenoranje ▫▫ blauw geel (▫▫ paars) 2

 

Begint een woord in het verhaal met een onbeklemtoonde lettergreep (Meestal met een e=ü) dan is de eerste lettergreep roze.

Voorbeeld: be.we.gen    de.zelf.de    ge.zel.li.ge

 

 

In mijn werk heb ik gemerkt dat lettergreepreliëf in kleur een zeer handige manier van werken3 is voor diverse leerlingen met dyslexie of een ander leesprobleem.

Zo hebben leerlingen met sequentieproblemen, visuele dyslexie, problematische auditieve discriminatie (met name m.b.t. de korte en lange klinkers) en  leerlingen  met bepaalde vormen van afasie vaak veel houvast met dit systeem.

Dikwijls gaan ze daarna met meer plezier lezen.

Bepaalde spellingsregels worden zo meer indirect geautomatiseerd.

 

Ook leerlingen en volwassenen met alfabetiseringsproblemen hadden nogal eens baat bij dit procédé. Bij ouderen waren de kleuren niet altijd nodig. Die hadden vaak wel veel steun aan lettergreepverdeling.

Verschillende hebben zo ook veel vlotter leren lezen via het groene boekje, waarin de lettergrepen zijn gemarkeerd.

Er zijn ook woordenlijsten in/bij  de boekjes, zodat het procédé eventueel eerst kan worden ingeoefend.

 

Ik heb in 2006 voor het lezen met lettergreepreliëf in kleur ook een diagnostisch testje ontworpen - voor wat oudere leerlingen vanaf ca. 10 jaar. 

U vindt de test op onze website via de pagina dyslexie.

Regelmatig bleek dat de leerlingen op de test met de gekleurde onzinwoorden beduidend beter scoorden dan op een onzinwoordentest als de Klepel.

Vaak bevorderde het oefenen met gekleurde lettergreepwoorden op termijn  het leesproces.

Inmiddels heb ik bij het begeleiden van enkele jongere kinderen gemerkt dat zij ook nogal eens baat hadden bij het systeem.

Toen ben ik op het idee gekomen om een kinderboek

dat ik in het verleden met Carin van Aken (pedagoge) heb geschreven, te gaan bewerken met de methode van lettergrepen in kleurreliëf. Dit betreft de delen 1 en 2 van de serie.

In de strijd tegen leesproblemen is elk aanvullend hulpmiddel welkom, lijkt mij.

 

De methode kan overigens ook handig zijn bij het leren lezen als er niet echt sprake is van leesproblemen.

Ik hoop verder dat begeleiders, leraren en ouders de uitdaging aannemen om het systeem te toetsen aan de weerbarstige werkelijkheid van de leesproblemen.

Suggesties ter verbetering en opmerkingen over praktijkervaringen zijn uiteraard welkom.

 

Elke instelling op het gebied van educatie en elke ouder mag dan ook gebruik maken van de speciale leesversies. U mag ze kopiëren of een link maken op uw website, als u denkt dat een kind er wat aan heeft.

Er zijn ook PDF-versies van de diverse delen, zodat het letterformaat aangepast kan worden aan de behoefte van het kind. Als u het boekje uitprint is het verstandig om het kind eerst het kennismakingstestje te laten doen. Dan kunt u vervolgens de juiste versie uitprinten.

 

 

Voor jongere kinderen is dus ook een korte kennismakingstest voor de methode ‘Larilo’ te vinden op onze website.

Met deze test kan het kind (onder begeleiding) uitvinden of hij mogelijk wat aan de speciale leesversies zal hebben. En op welke manier hij  het boekje het beste kan gebruiken.

Met het kennismakingstestje kan men teleurstellingen en te hoge verwachtingen voorkomen.

De methode is ,zoals gezegd, slechts een aanvullend hulpmiddel in de strijd tegen leerproblemen, waar niet elk kind mee gebaat zal zijn.

Maar uit de praktijk weet ik, dat de methode regelmatig leesgemak oplevert.

Van “De glazen koffer van Venlo” en "De glazen Poort" zijn ook speciale leesversies beschikbaar, omdat diverse kinderen met leesproblemen pas op een wat latere leeftijd baat hebben bij de methode.

Er staan op de website ook woordenlijsten die bij deze delen horen.

Zie pagina E-books.

 

Gesproken versie van het boek

Het is voor kinderen met leesproblemen vaak handig en effectief als ze eerst een boek samen met de gesproken vorm erbij kunnen doornemen. Daarom heb ik de delen 1,2 en 3 ingesproken. 

U vindt de ingesproken versie op de website.

Ze staan per hoofdstuk in een nieuw venster, zodat het kind gemakkelijk tegelijk kan lezen en luisteren

U kunt natuurlijk ook een text-to-speech-programma gebruiken, zoals Deskbot.

Van deel4 is de gesproken versie in voorbereiding (ca. eind 2009)

 

Toegankelijk taalgebruik

 

Bij de zinsbouw is rekening gehouden met bevindingen uit o.a. de functional grammar.  Er worden zo veel mogelijk snel toegankelijke zinstructuren gehanteerd. Geleidelijk aan komt er meer variatie in de zinstructuren.

 

Delen 1 en 2

 

Het taalgebruik is zo eenvoudig  mogelijk gehouden.

De woorden leveren hier al ruim voldoende uitdaging op.

Er zijn bij elk hoofdstuk aparte woordenlijsten van de meerlettergrepige woorden. (Bij de lettergreepversies.)

Die kunnen dus eventueel voor het lezen eerst doorgenomen worden.

Of later ter automatisering geoefend worden.

 

 

De zinnen zijn kort.

Niet veel bijzinnen.

Bijna geen passieve zinnen.

Er worden niet te veel complexe woorden in een zin gebruikt.

In de loop van het boekje neemt de complexiteit toe.

Het gebruik van leestekens wordt geleidelijk ingebracht.

 

In het 2e  deeltje ligt het accent meer op de toenemende complexiteit van de zinsbouw.

De hoofdstukjes zijn ook tweemaal zo lang als in het eerste deel.

 

De gedrukte regels zijn veelal kort gehouden, zodat  bij het luisteren en lezen - na een te behappen hoeveelheid vorm - automatisch een adempauze volgt. In deze pauze kan de bijbehorende inhoud ‘doorkomen’. Dit is uiteraard belangrijk voor leerlingen met een leeshindernis, die anders vaak in een brij van vorm en inhoud terecht komen.

 

Deel 3 en 4

 

In het 3e en 4e deel wordt de complexiteit van de zinnen weer verder opgevoerd.

 

Het taalgebruik in deel 3 is middels komma’s en regellengte zo voorgestructureerd, dat er gemakkelijker leespauzes ontstaan tussen primaire structuren.

Zo kan bijtijds de taalvorm weggeschreven worden uit het geheugen, en de inhoud gemakkelijker worden binnengehaald.

Voor de automatisering van primaire taalstructuren kan deze aanpak ook bevorderlijk werken. Er ontstaat zo eerder een soort basisrepertoire, waar men later weer soepeler op kan variëren.

 

In deel 4 zijn de constructies zo hier en daar weer wat moeilijker.

 

Het 1e deel kan zelf gelezen worden vanaf (ruim) 7 jaar.

Het 2e deel vanaf.  7 ˝ jaar

Het 3e deel vanaf 9 ŕ 10 jaar

Het 4e deel vanaf ca. 11 jaar

 

De inhoud van  het boekje

 

Het 1e deel  is qua fantasie en dergelijke afgestemd op kinderen van ca. 5 tot 8 jaar.

Het 2e deel is afgestemd op kinderen van ca. 51/2  tot 9 jaar

De eerste versie van de delen 1 en 2 is op een basisschool voorgelezen (groep 3) en de kinderen vonden het verhaal leuk.

Ook andere kinderen vonden het leuk.

Van deel 1 vinden kinderen prettig dat het een doorlopend verhaal is.

Deel 2 bestaat meer uit aparte verhalen, die je meestal ook los van elkaar kunt lezen.

 

Het 3e deel is afgestemd op lezers vanaf (ruim) 9 jaar.

De inhoud van dit deel is gescreend door diverse deskundigen.

Het boek is voor kinderen informatief met betrekking tot de geschiedenis van m.n. Venlo.

Ook komen er allerlei culturen en religies aan bod. Het boek kan eveneens bijdragen aan de kunstzinnige vorming en natuurbeleving van de kinderen.

 

Vormgeving

Kinderen met een leesprobleem hebben nogal eens behoefte aan een rustige vormgeving. Dus ik kan me voorstellen dat het idee van kleurreliëf in eerste instantie sommigen wat afschrikt .

Veel kinderen vinden het echter ook weer leuk om met kleurtjes te lezen.

En de vaste kleurvolgorde geeft houvast.

 

Serie vervolg

Deel 3 "De glazen koffer van Venlo" is als normaal boekje uitgegeven en is thans te bestellen via deze website.

Van dit deel zijn  wel speciale leesversies met lettergrepen in kleurreliëf en in blauw beschikbaar. Ook de normale leesversie is op de website beschikbaar.

Er staan op de website tevens woordenlijsten die bij dit deel horen.

Zie pagina E-books.

 

 

De normale versie van deel 4  staat inmiddels ook op de website.

De titel is "De glazen poort".

Dit deel is bedoeld voor wat oudere kinderen vanaf ca. 11 jaar.

Ook van dit deel zijn dus speciale leesversies en woordenlijsten met lettergrepen in kleurreliëf en blauw beschikbaar, zodat er voor elke leeftijd wat is.

 

Geen tekeningen bij de delen 1 en 2

Bij de hoofdstukken van deel 1 en 2  zijn geen tekeningen of plaatjes geplaatst

Het is eigenlijk de bedoeling dat de jonge lezer na elk hoofdstuk een tekening maakt of een bijpassende clipart zoekt.

Dit om de inhoud van het gelezene goed te verwerken, en om een rustpauze te hebben na het vormproces van het lezen.

Maar goed, iedereen kan hier zelf wel allerlei nuttige of gezellige variaties bij bedenken. 

 

 

 

 

website-adres  www.rhegie.com           contact :  info@rhegie.com

Copyright: systeem lettergrepen in sequentieel kleurreliëf P. Gielen februari 2006

 

 

CheckStat



[1] De kleur geel is als laatste in de sequentie gekozen. Deze kleur is op het beeldscherm n.l. het minst prominent. Bij prints is deze kleur doorgaans redelijk duidelijk. Er staat af en toe een zeer lang woord in het verhaal, zodat geel dan dus ook aan de beurt komt. De enkele langere woorden staan er voor de uitdaging en de kick. Ik heb gemerkt dat lezers met leesproblemen een echte oppepper krijgen, als ze merken dat ze via het lettergrepensysteem (al of niet met kleur) door langere woorden heen kunnen komen.

2 . Paars wordt in twee woorden gebruikt in Larilo deel 1, en in 3 woorden in deel 2.

   De keuze groen voor de tweede lettergreep is meer  groenblauw.

 

3 Tegenwoordig is het voor diverse deskundigen not done om dyslectische kinderen met lettergreepverdeling te laten lezen. Dit zou verwarrend werken i.v.m het leren van de klankvorming. Mijn ervaring is echter dat diverse oudere leerlingen het juist als een gemis ervaren dat ze nooit zo gewerkt hebben.

Ze geven aan dat het lezen met lettergrepen ,met puntjes ertussen, ze een rustiger, minder opgejaagd gevoel geeft. En dat ze nu ineens meer spellingsregels snappen,

Het zal uiteraard niet voor ieder dyslectisch kind werken. Maar daarom is er ook een diagnostisch testje en voor de jonge kinderen een kennismakingstestje om dit af te checken.

Men kan het systeem dus strategisch inzetten naast andere hulpmiddelen. Er zijn per hoofdstuk ook woordenlijstjes om eerst te oefenen, voor het echte lezen.