Home     E-books                                                                                                  PDF-versie

 

 

 

 

Contact: rhegie2@planet.nl

 

 

 

 

 

 

Ga je mee naar Larilo?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2006-11-01-18-09-58_edited

 

 

 

Bladwijzers

 

Inleiding       ٭

Hoofdstuk 1  ٭

Hoofdstuk 2  ٭

Hoofdstuk 3  ٭

Hoofdstuk 4  ٭

Hoofdstuk 5  ٭

Hoofdstuk 6  ٭

Hoofdstuk 7  ٭

Hoofdstuk 8  ٭

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel 1 Kermis

 

Door Carin van Aken en Piet Gielen

 

 

 

 

 

Voor achtergronden van de methode en kennismakingstestje zie de website:    www.rhegie.com

Copyright tekst  Carin van Aken en Piet Gielen     Copyright opzet met  reliλfwoorden Piet Gielen       2006

 

 

 

 

 

 

 

 

Ga je mee naar Larilo ?

 

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing link voor geluid ►)

 

 

 

Hou je van lol ?

Ja ?

Kom mee bofferd .

Je kunt nog mee .

We gaan naar Larilo .

Het is niet ver.

Larilo .

is soms net een

sprookjesdorp .

Dat zie je verder in het boek .

 

In Larilo woont Pika .

 

Pika is een meisje .

Ze heeft blonde  krullen en een wipneus .

Ze steekt die neus vaak de lucht in .

Dan heeft Pika altijd een plannetje .

Dat merk je nog wel in het boek .

 

In Larilo woont ook Kapi .

 

Kapi is een jongetje .

Hij heeft blonde krullen en een wipneus .

Hij steekt die snufferd wel eens de lucht in .


Wat ?

Een tweeling , zeg je?

Nee hoor. Dat dacht je maar.

 

Pika woont in een geel huisje .

 

Kapi woont in een rood huisje .  

Er komt kermis in Larilo .

 

Daar wil je natuurlijk bij zijn .

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Kapi en Pika.   

                                                             

 Maak je eigen tekening. 

 Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk  1          De  kermis

 

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing link voor geluid ►)

 

 

 

 

Pika is al vroeg op .

Vandaag  bouwen ze de kermis op

in Larilo .

Dat wil ze zien .

Nu staat Pika nog voor de spiegel .

In de badkamer .

Ze drukt haar wipneus  tegen de spiegel .

De neus wordt helemaal wit .

Omdat ze zo hard drukt .

Pika heeft een hekel aan tanden poetsen .

Moeder is op de gang .

Pika poetst nu flink op de kraan ,

met haar tandenborstel.

Zo denkt moeder

dat Pika haar tanden echt poetst .

‘Ben je klaar,’  roept moeder.

‘Ja, ik ga naar de kermis’.

En Pika rent de trap af.

Met ongepoetste tanden !

De kraan is blinkend schoon .

 

Kapi is ook buiten .

Hij staat bij een grote plas water .

Kapi laat zijn tenen in het water ploffen .

Het water spat alle kanten uit .

Er komt net een hond voorbij  wandelen .

Die hond krijgt ook zijn douche vandaag .                       

Zijn haren plakken voor zijn ogen .

De hond kijkt verbaasd

tussen de pieken door. 

 

Kapi gaat nu naar het dorpsplein .

Het is er een drukte van jewelste .

Er staan grote  vrachtwagens en

woonwagens .

De draaimolen is bijna klaar.

Er komt van alles op de kermis .

Lachspiegels , een spookhuis ,

een reuzenrad , een circus ,

en noem maar op .

 

Het is nu middag , een het is

even stil op het plein .

De kermismensen willen

ook wel eens uitrusten

in hun woonwagens .

 

Pika is nog op het plein .

Ze heeft helemaal geen honger.

Ze staat voor een gigagrote tent .

Wat zou daar in zitten ?

Pika wil best wel even binnen kijken .

Zal ze het doen ?

Ze durft eigenlijk niet zo goed .

Toch is ze wel benieuwd .

 

 

 

 

 

 

 

De kermis. 

                        

Maak je eigen tekening.  

Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk  2          De  lachspiegels

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing link voor geluid ►)

 

 

 

 

Pika kijkt om zich heen .

Niemand ziet haar .

Dan tilt ze stiekem het tentzeil omhoog .

Ze gluurt naar binnen .

Ze kijkt nog even om .

Niemand in de buurt .

En hups , daar kruipt ze

onder het zeil van de grote tent door .

Ze weet niet wat er allemaal

nog gaat gebeuren .

Binnen staat een lange rij

rare spiegels .

Geen een is hetzelfde .

Pika kijkt in een bolle spiegel .

Net de achterkant van een lepel ,

lijkt het wel .

Maar dan een reuzenlepel .

Pika vindt het erg maf.

Zij steekt haar tong uit .

In de spiegel lijkt die

net wel een nijlpaardentong .

Ze schudt van het lachen .

De nijlpaardentong zwiept mee .

Zou niemand Pika horen lachen ?

Ze lacht zo hard .

 

Even later staat ze

voor een holle spie.gel .

Net de binnenkant van een lepel

lijkt het wel .

In de spiegel staat Pika

op haar kop .

Ze loopt heen en weer voor de spie.gel .

Dat ziet er raar uit in de spiegel .

Net of ze op haar kop loopt .

Zou ik in je neusgaten kunnen kijken ,

vraagt ze aan de spiegelPika .

Ze doet haar best .

Wat leuk is het hier, denkt ze .

Wat zou er nog meer staan ?

In het hoekje staat een heel lange spiegel .

Net de stang van een reuzenstofzuiger .

Pika kijkt er in .

Ze heeft nu een nek als een giraf .

O wat maf toch .

Ben ik dat wel zelf ?

Even is Pika bang

dat ze iemand anders is .

Ik heb zulke lange benen .

Ik hoef nu nooit meer stelten te kopen .

Dit denkt ze allemaal .

 

Plotseling hoort ze nog iemand in de tent .

Ze schrikt zich een hoedje .

Ze houdt zich heel stil .

Haar hart bonkt als een kerkklok .

Als ze haar maar niet zien of horen .

Pika wil de tent wel uithollen .

Maar dat kan dus niet .

Dan horen ze haar vast .

 

In het andere deel van de tent is Kapi .

Hij ziet veel spiegels daar.

Het zijn allemaal gewone spiegels .

Die zitten tegen de wand ,

tegen het plafond, en op de vloer .

Je ziet jezelf wel vijfenzeventig keer .

Als je het hoofd beweegt ,

bewegen er vijfenzeventig  hoofden

in de spiegels .

En die hoofden doen allemaal hetzelfde .

Je weet op het laatst niet meer,

wie je zelf bent .

Kapi moet hard lachen .

Hij schudt zijn blonde krullen

heen en weer.

 

Pika loopt zachtjes naar het andere stukje

van de tent .

Want ze hoort Kapi lachen .

En dat klinkt vreselijk grappig .

Ze durft nu naar binnen te gaan .

Ik zie vijfenzeventig  Pika’s ,

roept ze .

En ik allemaal Kapi’s ,

roept Kapi .

Ze moeten hard lachen .

Wat cool .                                                             

Zouden de kermismensen hen niet horen ?

 

Pika lijkt precies op Kapi .

En Kapi precies op Pika .

Ze hebben dezelfde  blonde krullen .

Ze hebben een wipneus .

In de spiegels zie je wel

vijfenzeventig keer een tweeling .

Nou ja niet echt een tweeling, natuurlijk .

Want een tweeling is familie

van elkaar .

Kapi’s en Pika’s zie je .

Pika probeert naar Kapi toe te lopen .

Dat is erg moeilijk

met al die Kapi’s en Pika’s .

Daar loopt Pika al tegen een spiegel op .

Ze heeft een dikke buil .

Maar ze moet er om  lachen .

Het bloedt niet .

Het is net of ze 

twee wipneuzen heeft .

Boven elkaar dan .

Gelukkig is de spiegel niet kapot .

Dan komen ze bij elkaar .

Zal ik je hand vasthouden ?, zegt Pika.

Zo raken we elkaar niet kwijt .

 

Pika vindt het niet meer zo eng

in de spiegeltent .

Omdat ze nu bij Kapi is .

Zullen we samen op de kermis

gaan kijken ?, vraagt ze .

Ja, dat doen we , zegt Kapi .

Hun wipneuzen gaan tegelijk de lucht in .

Ze hebben dus een plannetje .

 

 

 

 

Lachspiegels     

                                                           

Maak je eigen tekening.  

Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3   De papegaai heeft Italiaanse veren

 

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing link voor geluid ►)

 

 

 

 

Daar lopen ze dan. Kapi en Pika .

Het lijkt net een tweeling .

Hun wipneuzen wijzen naar een woonwagen .

Een woonwagen is vast heel leuk van binnen ,

zegt Kapi .

Ik zou graag binnen willen kijken ,

zegt Pika .

Weet je wat, we gaan naar binnen ,

zegt Kapi .

Ze vinden het wel eng .

Eigenlijk durven ze niet zo goed .

Ze klimmen het trapje op .

Ze luisteren aan de deur .

Ze horen niets .

Ze kijken elkaar aan .

Zullen we ? , zegt Pika .

Voorzichtig doen ze de deur open .

Ze gaan naar binnen .

De deur doen ze weer dicht .

Ik hoor iemand snurken ,

fluistert  Pika .

Ik hoor het ook ,

bibbert Kapi .

Ze vinden het erg griezelig binnen .

Ze draaien zich om .

Want ze willen weer naar buiten .

Maar ze krijgen de deur niet open .

De deur zit muurvast .

Wat nu ? We kunnen niet weg ,

zegt Pika zachtjes .

En wie zou daar zo snurken ?

Onder het tafelkleed zien ze

een grote schoen .

Nou zeg, wat een reuzenschoen .

Die is vast van de snurker ,

zegt Kapi .

Er zit een voet in , zegt hij verschrikt .

Ze kijken elkaar angstig aan .

Het snurken gaat gewoon door .

Pika tilt voorzichtig  het tafelkleed op.

Onder de tafel ligt een clown                           

te slapen .

De clown merkt niks .

Hij slaapt gewoon door .

Zijn dikke rode neus gaat heen en weer .

Wij moeten weg , hij moet rusten ,

zegt Pika .

Hij moet vanavond  optreden .

Maar hoe moeten wij buiten komen ?

Hoe moeten wij buiten komen ?

klinkt het ineens achter hen .

Kapi en Pika staan stokstijf van schrik .

Wat is dat toch ?

We moeten gauw weg door het raam ,

fluistert Kapi .

Gauw weg door het raam ,

klinkt het achter hen .

Dit lijkt wel een echowoonwagen ,

zegt Pika .

Hi ha , een echowoonwagen ,

klinkt het nu achter hen .

Nee hoor , ik ben een papegaai .

Ik ben heel mooi .

Want ik heb Italiaanse veren .

In de hoek zit een prachtige  papegaai .

Hij heeft veren

in wel twintig  kleuren .

En ook nog met  allemaal glitters  erop .

Wat ben je mooi , zegt Pika .

Ja dat weet ik wel , zegt de papegaai .

Kom jij wel gewoon uit een ei ?

vraagt Kapi .

Wel nee , wat denk je nu .

Ben je dan niet gewoon in een nest gelegd

zoals een kip of een mus .

Wat denk je wel ? Ik ben geen kip ,

en ook geen mus , zegt de papegaai .

Hij is beledigd .

En hij bijt Pika in het oor .

Au , dat is niet aardig , zegt Pika .

Ik heb dat niet gezegd van die kip en die mus .

Dat zei Kapi .

Je bent ook veel te mooi om uit een ei te komen .

Dat is zo , zegt de papegaai .

Maar jullie twee praten ook precies hetzelfde .

Net een tweeling .

Hoe ben je dan op de wereld gekomen ,

als je niet in een ei gelegd bent  , vraagt Kapi .

Dat zal ik vertellen , zegt de papegaai .

Neem een koekje .

Ik ben een echte  kermispapegaai

met Italiaanse veren .

En dat komt zo ….

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De papegaai .

 

Maak je eigen tekening.

Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4      Het verdriet van baas Ploffer

 

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing link voor geluid ►)

 

 

 

De papegaai vertelt :

Baas Ploffer van de schiettent

heeft mij gemaakt.

Baas Ploffer was een opgewekte man.

De mensen maakten graag

een praatje met hem.

Je werd altijd weer blij van zo’n praatje.

Hij had een lief vrolijk dochtertje.

Ze heette Mariska. 

Baas Ploffer maakte zelf

de prijzen.

Ieder jaar maakte hij

een speciale zomerprijs.

Zo was ik ook een zomerprijs.

De allermooiste.

Mariska kon uren

naar me kijken.

Je bent zo mooi, jij papegaai,

zei ze dan vaak te.gen mij.

De papegaai pinkte

een traan weg uit zijn oog.

Pas op met die scherpe nagel

bij je oog, zei Pika.

Op een dag werd Mariska ziek.

Ze werd heel mager

en ze was steeds moe.

Baas Ploffer zat de hele dag

bij haar bed.

De schiettent bleef dicht.

Ik zat alleen in een donkere hoek .

Mariska werd niet beter.

Ze ging dood.

Ze werd toen begraven.

De kinderen van de kermis

liepen achter de kist.

Ze hadden mij op de kist gezet.

Toen gebeurde er iets geks.

Wat eigenlijk niet kan gebeuren.

Ik moest huilen.

Terwijl ik een namaakdier ben.

Ik moest huilen door het verdriet

van  Baas Ploffer.

Hij  liep zo gebogen met een bleek hoofd,

het was heel erg om te zien.

Ik merkte ook

dat ik kon bewegen.

Ik vloog op, hoog de lucht in.

In de blauwe hemel

vormde ik in mijn vlucht

de letters van haar naam.

En nog wat.

MARISKA PLOFFER GROET JULLIE ALLEMAAL.

Ik vergat even alles.

Ook hoe mooi ik toch ben.

Ik dacht alleen aan Mariska

en haar vader.

Dat ik Baas Ploffer moest helpen

met zijn verdriet.

 

Dat viel niet mee.

Ploffer vond het niet meer leuk

in de schiettent.

Weinig  mensen kwamen nog schieten.

Gezellige praatjes

waren er niet meer.

Dat ging maanden zo door.

 

Toen op een dag hadden de kinderen

van de kermis een plan.

Want baas Ploffer moest weer lachen.

Een jongen , Daan heet hij,

stapte op hem af.

Baas Ploffer wij willen

een clownswedstrijd  houden.

Kunt u ons helpen met de grapjes.

Baas Ploffer had niet veel zin.

Maar hij wilde de kinderen

niet teleurstellen.

Bovendien waren het vriendjes

geweest van Mariska.

Ik wil het doen, als de papegaai meedoet ,

zei Baas Ploffer.

Ik riep toen verschrikt :

Ik wil alleen geen rode clownsneus

op mijn eigen prachtige neus !

De kinderen moesten erg lachen.

En Baas Ploffer moest ook lachen.

Voor het eerst na al die maanden.

En toen moest ik weer huilen.

Van blijdschap.

En weet je wie daar onder de tafel slaapt?

Dat is Clown Ploffer.

Hij treedt nu samen met mij op,

in de oude schiettent. Voor de kinderen.

 

 

 

 

Clown Ploffer

 

Maak je eigen tekening.

Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5     Oma Knot zit in de dakgoot

 

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing

link voor geluid ►)

 

 

 

 

Het is nog steeds kermis in Larilo.

Het lijkt net of die kermis er al jaren is,

zegt Pika.

Zullen we weer eens naar clown Ploffer gaan?

Dat is goed. Hij zal nu wel genoeg gesnurkt hebben,

vindt Kapi.

Kapi en Pika lopen naar de woonwagen.

Clown Ploffer steekt net zijn dikke rode neus

om de deur.

Zo, zijn jullie Kapi en Pika?

De papegaai heeft me over jullie verteld.

En Asteria zag jullie al in de glazen bol.

Jullie waren aan het vliegeren.

Met een vlieger aan een touw.

Asteria is waarzegster.

En ze wil altijd gelijk hebben.

Nou ze vliegt er vandaag naast, zegt Pika.

Wij waren niet aan het vliegeren.

Gaat u mee naar oma Knot?

Wie is oma Knot?

Nou die woont vlak bij het plein.

En ze heeft altijd zachte koekjes .

We knikkeren vaak met oma Knot.

Op het hoofd heeft ze een grote gele knot.

Dat is een dikke bol van geverfd haar.

Ze heet daarom oma Knot.

Ze is altijd vrolijk.

Haar tuin staat vol met bloemen.

Nou dan gaan we naar oma Uilenbal,

zegt clown Ploffer.

Oma Knot, zegt Kapi.

Mag de papegaai ook mee?

Ik zal hem binnen halen.

Hij krijgt wel zijn snavelkapje op zijn neus.

Anders eist hij weer alle aandacht op.

Hij vindt alleen zichzelf geweldig .

Hij houdt ook van u, zegt Pika.

Ik kon dat merken aan zijn verhaal over u.

Waarom gaan we nu niet? ,vraagt Kapi.

Je staat op mijn schoenen , jij uilskuiken ,

moppert clown Ploffer.

O pardon , die schoenen zijn

ook wel een halve meter lang.

Krijg ik nu ook een snavelkapje op de neus ?

Hoe zo, vraagt clown Ploffer?

Ik ben toch een uilskuiken ,

dus ben ik ook een vogel.

Ploffer moet hier erg om lachen.

 

Het is niet ver lopen naar oma Knot.

Hallo , horen ze roepen ,

als ze bij het huisje zijn.

Maar ze zien niemand.

Hallo , hier boven .

Oma Knot zit in de dakgoot .

Die is kapot.

Hij is zo gerepareerd, roept ze.

Ga maar vast naar binnen,

en neem een zacht koekje.

Ik kom zo.

Wat is dat nou, een clown

met een dikke rode neus?

Dat is clown Ploffer van de kermis,

roept Pika.

Hij heeft heel lange schoenen.

Aangenaam kennis te maken,

roept oma naar Ploffer.

Past u wel op voor mijn bloemen ,

met die schoenen.

Zeker wel mevrouw ,

past u daar boven zelf maar goed

op die gele tulpenbol op uw hoofd !

Oma wiebelt in de dakgoot

van het lachen om dit grapje.

Ik kom maar meteen , geloof ik.

En ze roetsjt langs de regenpijp

naar beneden.

Ze geeft Ploffer een hand.

Wat aardig dat u er ook bent.

Wat een mooie vogel hebben jullie bij je..

Welke gemenerik

heeft die kap op zijn neus ge.zet?

Haal die er eens gauw af.

Clown Ploffer krijgt een rood hoofd.

Je ziet geen verschil meer met zijn neus.

Als een kleine jongen doet hij braaf,

wat oma Knot zegt.

Dank u wel mevrouw, zegt de papegaai.

Vindt u  me ook zo mooi?

Dat wel, zegt oma,

maar je hebt ook veel verbeelding , geloof ik.

Kom, we gaan vliegers maken .

En ze gaan naar binnen.

 

 

 

 

 

 

 Oma Knot in de  dakgoot.

 

Maak je eigen tekening.

Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6       Clown Ploffer gaat waterskiλn

 

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing

 link voor geluid ►)

 

 

 

 

“ Volgens Asteria gaan we vliegeren “ ,

zegt Kapi.

“ Daar heb ik nou net zin in “ ,

antwoordt oma.

“ We gaan een vlieger ma.ken “.

“Eens kijken, wat hebben we allemaal nodig ?

Papier, touw, twee houten latjes,

en plaksel “.

Oma doet een grote kast open.

Meteen vallen er allemaal spullen uit de kast. 

De hele vloer ligt vol.

Ze propt altijd haar rommeltjes

in die grote kast.

De deur kan nauwelijks  dicht.

Oma heeft een rode neus van het zoeken.

Ze lijkt wel een clown !!

“ Daar heb ik het dan “,

roept ze.

“ De spullen voor de vlieger “ .

 

Het wordt een heel grote vlieger!

Clown Ploffer helpt met het maken.

“ Zo, hier nog wat plaksel,

en dan kan hij de lucht in “,

zegt hij.

 

Een half uur later stappen ze

naar het park bij het kermisplein.

“ Wat is hij groot geworden,

net zo groot als een mens “ ,

zegt Pika.

Kapi en Pika houden de vlieger vast.

Oma en Ploffer gaan verderop staan

met het touw in hun hand.

“Geef eens een ruk aan dat touw,

 Ploffer “, zegt oma.

“Au”, zegt Ploffer.

“ U staat op mijn tenen “.

Oma maakt gauw een  sprongetje

opzij .

Ploffer kukelt op de grond.

Kapi en Pika moeten zo lachen

dat ze de vlieger los laten.

En ja hoor, door de ruk aan het touw

gaat de grote vlieger

de lucht in.

Clown Ploffer gaat mee de lucht in!

Wat een cool gezicht                                 

die grote schoenen in de lucht.

Ploffer maakt even geen grapjes meer.

Want hij heeft hoogtevrees.

Hij vindt het niet om te lachen.

Maar hij gaat steeds hoger !

Hij vliegt al langs het bovenste

stoeltje van het reuzenrad.

Hij grijpt er naar,

maar het stoeltje is te ver van hem.

Zijn gezicht is rood van bangigheid.

Hij moet zelfs huilen.

Kapi en Pika moeten nu ook huilen.

“ Zeg papegaai , ga eens helpen “ ,

zegt Oma kordaat.

De papegaai is van schrik

even vergeten , dat hij kan vliegen.

Maar daar gaat hij.

Achter Clown Ploffer aan.

Die vliegt nu boven de grote parkvijver.

Zijn handen zijn blauw

van het vastknijpen van het vliegertouw.

De papegaai grijpt

met zijn poten en snavel

het touw vast.

Hij brengt zo zijn baasje

naar beneden.

Ploffer landt met zijn grote schoenen

midden op de vijver.

De schoenen zijn nu net waterski’.s .

De papegaai trekt hem aan het touw

naar de kant.

Daar staan Oma, Kapi en Pika.

Maar ook vier agenten.

“ Wij gaan u bekeuren ” ,

zegt de jongste agent Blom.

“ Waar is dat nou voor nodig ,

politiemannetje? “,

vraagt oma Knot.

“ U heeft de kermis en de eenden

in gevaar gebracht.

Bovendien is die vlieger te groot.

Die valt onder het echte  pilo.tenverkeer ”.

“ Tja, als het zo is ‘, zegt oma.

“Gelukkig zijn er geen slachtoffers.

Kunt u het niet door de vingers zien ?”

“ Voor deze keer ”, zegt de oudste agent.

 

 

 

 

 

Clown Ploffer in de  lucht, of op de vijver .

 

Maak je eigen tekening.

 Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7    De bedorven koek.jes van Asteria

 

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

Als je het overzicht open laat staan,

kun je het bij elk hoofdstuk opnieuw gebruiken.

 

(Bij storing

link voor geluid ►)

)

 

 

 

 

Asteria is een lieve mevrouw.

Het lijkt altijd wel of ze straalt,

als een ster .

Maar vandaag niet.

Ze zit treurig voor haar kermiswa.gen.

Naast haar ligt Goean  haar zoontje .

De mensen hebben Asteria uitgescholden.

Want ze zijn ziek geworden

van haar koekjes.

Als Asteria waarzegt met de glazen bol,

krijgen de mensen een koekje.

Die bakt Asteria altijd zelf.

Maar nu is er iets raars aan de hand.

De men.sen werden gisteren

ziek van de koekjes.

Goean is ook ziek.

Hij kijkt bleek.

En hij moest vanmorgen overgeven.

" U hebt ons vergiftigd ! " ,

riepen de mensen naar Asteria.

" U bent geen waarzegster,

u bent een gemene heks ,

een lelijke toverheks !

Wij willen ons geld terug. "

Asteria heeft tranen in de ogen.

In de glazen bol ziet ze alleen nog mist.

Hoe moet ze nu eten kopen voor Goean?

De agenten zijn ook al langs geweest.

De jongste agent Blom deed het lelijkst.

" U heeft het leven van de mensen

in gevaar gebracht.

Wij nemen de overgebleven

koekjes in beslag .

Die gaan naar het laboratorium. "

" Rustig joh , een koekje is genoeg  " ,

zei de oudste agent toen.

" Je ziet hoe mevrouw er aan toe is.

En de meeste slachtoffers

zijn al weer op de been.

Een beetje diarree dat was alles.

Wij zullen de zaak netjes uitzoeken “.

De jonge agent bergt de handboeien

maar weer op.

Hij had Asteria graag willen arresteren.

Agent Blom vond dat stiekem wel kicken .

Net zoals laatst bij de botersmokkelaars.

Oma Knot is intussen ook op de hoogte

van de ellende van Asteria.

Sa.men met Pika en Kapi gaat ze

haar troosten en eten brengen.

" Wat heb je allemaal in die koekjes gedaan ? " ,

vraagt oma aan Asteria.

“ Nou, gewoon meel , suiker, boter en zo.

Ik heb alles bij de supermarkt Blom gekocht.

" Supermarkt Blom, die is van de vader

van die kleine agent , oma ",

merkt Pika op.

" Dat jonge haantje zeker " , zegt oma.

" Die verkopen ook smokkelwaar,

dat heb ik op school gehoord " ,

zegt Kapi.

" Ook boter. "

" Ik voel mijn dikke teen jeuken " ,

zegt oma.

Meestal krijgt ze dan een slim idee.

“Ik denk dat die jonge agent Blom

er meer van weet. "

Oma pakt haar g.s.m.

Ze belt het politiebureau             

" Kunt u agent Blom sturen,

wij hebben nieuws over de koekjes . "

" Mag ik jouw glazen bol Asteria?

Ik ga die Blom eens een lesje leren. "

De wipneuzen van Kapi en Pika gaan omhoog !

Dat wordt spannend !

Daar komt agent Blom al aan.

" Ik kom uw verklaring opnemen,

mevrouw Knot. "

" Ik ga eerst voor u in de glazen bol kijken " ,

zegt oma.

" Ik kan wel een week terugkijken

in de tijd.   En wat zie ik daar ? "

Kapi krijgt bijna de hik.

“ Ik zie een agent met een doos.

Het is donker.

Hij gaat een supermarkt binnen.

Ik zie pakjes boter.

Het is bedorven smokkelwaar, denk ik. "

Agent Blom krijgt een rode kleur.

" Ik zie koekjes gemaakt van die boter.

Wat vindt u daar van, Blom? "

“ Blijf staan Blom, en loop niet weg ! ”

“ Ik vond het zonde om die smokkelboter

weg te gooien, mevrouw.

Ik heb hem aan mijn vader verkocht " ,

bibbert agent Blom.

“ Ik wist niet dat de boter bedorven was.

En dat de mensen ziek zouden

worden van de koekjes. "

" Hoe gaat u dit nu oplossen ? " ,

vraagt oma .

Ja , dat willen Kapi en Pika ook wel eens weten.

“ Misschien gaan ze nu Blom zelf arresteren " ,

zegt Kapi.

Bloms neus wordt compleet wit !

" Ik ga mijn baas maar bellen " ,

zegt hij .

Hij is nu net een klein jongetje.

Zijn praatjes is hij helemaal kwijt.

 

 

 

 

 

Agent Blom .

 

Maak je eigen tekening.

Of zoek een clipart

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstukje 8   Slot

 

 

Luisterversie

Overzicht 

 

 

(Bij storing

 link voor geluid ►)

 

 

 

 

De jonge agent Blom is

het dorpsplein aan het vegen.

Dat is zijn taakstraf.

Omdat hij de smokkelboter

aan zijn vader gegeven had.

Hij mag van zijn bazen

wel agent blijven.

Als hij zich ver.der maar

fatsoenlijk gedraagt.

De mensen van Larilo hebben

Asteria bloemen gebracht.

Want het verhaal van de smokkelboter

stond in de krant.

Er stond een foto bij

van oma Knot met de glazen bol.

De kermis is dus afgebroken.

Kapi en Pika hebben

afscheid genomen

van clown Ploffer, van Asteria

en Goean.

De papegaai moest huilen.

Hij schudde zo

dat er twee mooie ve.ren van hem af vielen.

" Die zijn voor jullie " ,

snikte hij.

" Tot het volgend jaar ! "

 

" Wat een rotdag " , zegt Pika.

" En vanavond eten we

ook nog eens spinazie.

Spinazie is net poep. Bah. "

" Ik vind spinazie heerlijk " ,

zegt Kapi.

 

Ineens gaan hun wipneuzen

de lucht in.

Ze hebben een plannetje .

Daarover lees je

in het volgend boekje !!

 

 

 

 

 

 

 

 

CheckStat