Wim Rhebergen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Interviews

Home

 

Contact: rhegie1@planet.nl

 

 

P1010013

 

 

 

20 mei 2005

 

......

terwijl ik liederen componeer

als altijd verse bloemen,

die jullie plukken in de ochtendstond

en midden op de dag.

Aanvaard die bloemen met een glimlach en werp ze weg

wanneer ze verwelken en sterven.

 

R. Tagore

 

 

Gerard Franck

 

* Maastricht,

  17 februari 1942

 

† Venlo, 15 juli 2006

 

 

Gerard Franck, dirigent en componist

 

Hij woont in een prachtig Jugendstilhuis, niet ver van het station in Venlo en in de nabijheid van het Limburgs Museum. In de voorste kamer - zo te zien 'zijn' kamer - staat de piano, met de Inventionen van Bach. Aan de wand prijken de portretten van Liszt, Beethoven en Wagner en aan de andere zijde, boven zijn bureau, de portretten van Mozart en de jonge Schiller. "Dat portret van Mozart zie je bijna nergens," zegt hij.

Ik zie even verder een prachtige Russische Maria-ikoon aan de muur en als ik wat langer rondkijk, nog meer kunst. Er staat een boekenkast vol met boeken. Zijn vrouw vraagt of ik iets wil drinken. Hij is hartelijk en zegt: "Ik laat nu alles op me afkomen."

Ik praat met Gerard Franck, dirigent en componist, leraar en organisator van evenementen en bovenal een enthousiaste, inspirerende en bevlogen man, die ik heb leren kennen in de cursus 'Muziekavontuur van de 20e eeuw'. Later verneem ik dat hij een ver familielid van de beroemde César Franck is.

 

Mijn eerste composities

Hij steekt van wal. "Het was 1959 en ik werd onder de wapenen geroepen. Met tegenzin meldde ik me in Amersfoort. Ik wist dat het leger mijn roeping niet was. Op het eerste appel heb ik de commandant een compositie aangeboden. Ik kreeg twee weken licht. Mijn militaire carrière was daarmee snel voorbij. Ik werd ongeschikt bevonden voor de krijgsdienst.

Met een glimlach kijk ik op mijn eerste composities terug. Ik was 17 jaar en kreeg les van Gerard Kockelmans, docent aan het Maastrichts conservatorium. Verlegen gaf ik hem een compositie van mij, in de stille hoop natuurlijk dat hij een meesterwerk erin zou herkennen, maar toen ik terugkwam om te horen wat hij ervan vond, zei hij: "Ik heb weinig tijd gehad, ik heb er helaas niet naar kunnen kijken." En later toen hij er wel naar had gekeken, zag ik hoe hij om sommige noten grote, rode kringen had gezet en correcties had aangebracht. Kwartparallellen en octaafparallellen waren verboden, dat had ik moeten weten. "Je houdt veel van Schubert", merkte hij op. Ik beschouwde zijn opmerking als een groot compliment, maar later heb ik begrepen dat  het een vernietigende kritiek was. Mijn compositie was te melodieus, te romantisch."

 

Henk Badings

"Van Henk Badings heb ik veel geleerd, Een integere, lieve man en een groot componist, die in Nederland niet op zijn waarde wordt geschat, waarschijnlijk mede door zijn oorlogsverleden.

Vele malen heb ik hem in zijn villa in Maarheeze bezocht. Hij gaf me adviezen en waardeerde mijn werk  Badings vroeg op een gegeven moment of hij voor het kamerkoor Cantate, dat ik leidde, mocht componeren. Ik beschouwde dat tot een grote eer. Hij heeft een volledige bundel met meerstemmige koorcomposities aan mij opgedragen. Hij kwam naar Venlo om de repetities en de première bij te wonen, samen met zijn vrouw. Het doet me een groot genoegen om te constateren dat hij tegenwoordig steeds vaker gespeeld wordt, speciaal in Amerika, maar ook in Nederland. Als elektra-ingenieur was hij een pionier op het gebied van de elektronische muziek en was wat dat betreft zijn tijd ver vooruit, een veelzijdig kunstenaar."

 

Jan Mul

"Mijn eigenlijke leraar compositie is Jan Mul geweest. Hij wordt gerekend tot de vijftigers, een groep componisten die zich richt op een neo-klassieke stijl.  Andere namen in dit verband zijn Louis Toebosch, Albert de Klerck, Wouter Paap. Men kan hun muziek beschrijven als verfrissend en vernieuwend, zonder dat men zich verliest in het experimentele. Jan Mul kan geschetst worden als een kleurrijk figuur, een levenskunstenaar, iemand uit de Randstad, die in het Maastrichtse verzeild was geraakt en herkenbaar was aan zijn karakteristieke baret op zijn hoofd en zijn pijp in de mond. Hij vroeg ons: "Willen jullie les of zullen we een terrasje pakken?" Vaak werd het dus een terras, waar we niettemin voortdurend over muziek spraken.

Dezer dagen heb ik tijdens onze muzikale rondreis zijn vijfstemmige mis 'L’ Homme Desarmée' in de kerk van Bach in Eisenach (Oost Duitsland) ten gehore gebracht.  Het werk is geschreven voor vijfstemmig koor en orgel en gebaseerd op een krijgslied uit de tijd van de Kruistochten. Het is een felle aanklacht tegen het geweld in deze wereld. In het Agnus Dei komt het originele thema in de orgelpartij nog eens terug.

Tussen twee haakjes, ik vind het belangrijk om composities van Nederlandse componisten te promoten, bijvoorbeeld de al genoemde Henk Badings en Albert de Klerk. En ook eigen werk, ten minste als de koorleden het fijn vinden om dat te zingen."

 

Opleiding

"Mijn opleiding was aan het conservatorium in Maastricht, mijn geboortestad, 17 februari 1942. Mijn moeder was zangeres, mijn vader leraar Duits. In feite is mijn muzikale opvoeding al bij ons thuis begonnen. Mijn vader sjouwde me naar allerlei concerten mee en als Beethoven op de radio werd gespeeld, moesten we stil zijn. Ik volgde aan het conservatoriumpianolessen. Later heb ik masterclasses gevolgd bij Gesa Anda in Saarbrúcken. In Salzburg volgde ik de lessen van Carl Orff en zijn vrouw Gunild Keetmann. Ik heb heel veel geleerd van Leo Rinderer, een fenomenaal psycholoog en pedagoog, die werkte met de Orffiaanse instrumenten.

Naast de opleiding piano volgde ik lessen koordirectie, schoolmuziek en zoals gezegd compositie. Ik heb nooit de ambitie gehad concertpianist te worden. Wel filosoof. Ik  was gefascineerd door de filosofielessen van pater Brown, een jezuïet en heb dientengevolge menige muziekles verzuimd."

 

Prière à Saint Joseph

Gerard pakt een cd en laat mij zijn Prière à Saint Joseph horen, uitgevoerd en op cd gezet door het Monteverdi Kamerkoor Utrecht. Naast het genoemde werk zijn ook Gerard Francks Padre Cortese en zijn Padre Noster op deze cd te beluisteren, . "Fragments of a landscape".  De cd is een bloemlezing van Nederlandse koor- en orgelmuziek uit de 20e eeuw en bevat ook muziek van Henk Badings, Ton de Leeuw en Joep Straesser.

 

"De tekst Prière à Saint Joseph vond ik in een oud kerkje in Zuid Frankrijk, aan de voet van de Pyreneeën. Een gebed aan de heilige Jozef. Er zijn in de loop van de tijd vele Ave Maria's geschreven, maar gebeden aan de heilige Jozef zijn er nauwelijks of niet. In de loop van de geschiedenis is Jozef, de man van Maria, vaak gezien als een bejaarde man, die een jong meisje weet te versieren, maar aan de komst van haar kind geen deel heeft, een sukkel, iemand die er naast staat. Pas aan het einde van de 19e eeuw beeldt men Jozef voor het eerst als een jonge man af. In deze tekst wordt Jozef gebenedijd onder de mannen. De naam van de schrijver heb ik niet kunnen achterhalen. De aanroeping van Jozef in de tekst heb ik gerespecteerd en letterlijk in de compositie weergegeven. Het werk is samen met Padre Noster en Padre Cortese door het Monteverdi Kamerkoor Utrecht o.a. in Boedapest uitgevoerd, Padre Cortese had daar zelfs zijn première."

 

Liederen

"In mijn liederen maak ik vaak gebruik van de teksten van Nederlandse dichters. Het is een evolutie geweest. Ik begon met gedichten van Duitse romantici zoals Heine en Schiller en de Indiase dichter Tagore, een van mijn favoriete dichters. Duitse en Engelse teksten zijn internationaal gezien gemakkelijker uitvoerbaar dan Nederlandse,  maar ik heb ontdekt dat Nederlands een prachtige zangtaal is, kleurrijk, bloemrijk, intrigerend. Ik heb gedichten van onder andere Rutger Kopland en Herman de Coninck  op muziek gezet. In 1985 zijn een aantal liederen van mij in première gegaan naar teksten van Marcel Messing, een antroposoof die tegenwoordig ergens in de Franse Pyreneeën woont. Het was een prachtige uitvoering door Ingrid Kapelle en Marien Nieuwkerken.

Op 2 oktober a.s. zullen in het Museum van Bommel Van Dam in Venlo liederen met teksten van Herakleitos uitgevoerd worden, als première.

Wat betreft de keuze van de teksten wordt wel eens de opmerking gemaakt dat ze steeds ernstig van aard zijn. Het is niet anders. Ik kan geen niemendalletjes schrijven. Ik zoek teksten die iets van de essentie van ons bestaan onder woorden brengen, krachtige teksten. Het heeft te maken met mijn levensinstelling. Ik houd niet van oppervlakkigheid, zeker niet in de kunst."

 

Andere composities

"Naast koorwerken en liederen heb ik kamermuziek geschreven voor diverse bezettingen, ook voor orkest met kleine bezetting en orgelcomposities, bijvoorbeeld in 2001 de toccata in het kader van de Noorbeekse orgelweken.

Mijn "Missa de Pacem" is in de Notre Dame in Parijs uitgevoerd, een gebeuren waar ik mooie herinneringen aan heb.

Ik ben overigens gelukkig dat mijn werk regelmatig door anderen uitgevoerd wordt. Het is altijd spannend om te horen hoe anderen mijn composities tot klank brengen. Ik zit er dan ook vaak met klamme handen bij, maar ik moet zeggen dat de meeste solisten zorgvuldig met de partituur omgaan en erin slagen om van wat is geschreven, muziek te maken."

 

Koningsdrama's

"In opdracht van de muziekschool in Venlo schreef ik muziek bij de allegorie Gablion en Maglione, naar de teksten van Marlène Hommes. Het theaterwerk voor koor, solisten en koor werd in 1997 uitgevoerd in de Maaspoort, hier in Venlo. Het stuk is gebaseerd op de 'eeuwige liefde', in het bijzonder de voorbestemdheid, een gedachte, die voortkomt uit de vrijmetselarij. In de kern gaat het om het afleggen van het levenspad, die uit verschillende fasen bestaat met bijbehorende beproevingen.  Uiteindelijk voert het pad naar het licht,  naar de eeuwige liefde en gaat het erom dat de mens zijn bestemming ervaart.  Het gegeven komt overeen met dat van de Zauberflöte van Mozart.

Op het ogenblik ben ik bezig met de finishing touch van een tweede koningsdrama Artaban, de vierde koning. In tegenstelling tot de drie koningen die in Bethlehem het kind Jezus eer bewijzen, komt Artaban op de dag dat Christus gekruisigd wordt, in Jeruzalem aan. Hij blijft Jezus na reizen, maar overal waar hij komt hebben mensen zijn hulp nodig. De vierde koning is het verhaal van de koning die te laat komt. Wim Doesborgh schreef de tekst. Boeiend, compact, eigentijds, historisch verantwoord en niet geromantiseerd. Het werk is bedoeld voor professionals, in tegenstelling tot een door mij eerder geschreven koningsdrama Gablion en Maglione, dat ook door amateurs uitgevoerd kan worden. "

 

Het levenspad

 

Stadia

"Zoals elke bloesem verwelkt en elke jeugd

moet wijken voor de ouderdom, bloeit elk levensstadium,

elke wijsheid, en ook elke deugd,

elk op zijn eigen tijd en mag niet eeuwig duren.

 

Bij elke roep tot leven moet het hart

bereid tot afscheid zijn en weer opnieuw beginnen,

om dapper, zonder spijt zich aan

andere, nieuwe bindingen over te geven.

 

In elk begin schuilt ook de toverkracht,

die ons beschermt en helpt te leven.

Blijmoedig zullen wij ruimte na ruimte doorschrijden,

aan niemand ons hechten als aan een vaderland,

de wereldgeest zal ons niet binden en beperken,

hij zal ons stadium na stadium verruimen, verheffen.

 

Nauw zijn wij eigen met een levenskring,

behaaglijk ingeburgerd, daar dreigt verslapping,

slechts wie bereid tot aftocht is en reis,

kan aan verlammende gewoonten zich onttrekken.

 

Misschien ook zal het uur des doods

ons nieuwe ruimten jeugdig binnensturen,

des levens roep zal altijd duren....

welaan dan hart, neem afscheid en herstel!

 

(Hermann Hesse, Het kralenspel, Amsterdam 1978)

 

"Ik herken in de symboliek van het levenspad mijn eigen leven, de verschillende stadia, die gekenmerkt worden door een bepaalde opdracht, een raadsel dat we als het ware moeten oplossen om verder te gaan. Als de periode voorbij is, dan lijkt alles zo veel anders te zijn dan toen je er middenin zat en je volledig erdoor in beslag werd genomen.

Ik weet van de ledigheid wanneer een fase geëindigd is en alles wat me aandreef, verloren lijkt te zijn. Die ledigheid kan mij deprimeren en onrustig maken. Een mens kan in zijn leven littekens oplopen. Er zijn mensen die ogenschijnlijk hun kinderlijke naïviteit blijven behouden en hun geloof in het goede lijkt onwankelbaar. Soms voel ik een zekere jaloezie bij die onbevangenheid. Ik heb die niet. Hermann Hesse zegt: "Wie vastberaden en naïef is, verdraagt onze twijfels niet, plat is de wereld, zegt hij simpel, en het sprookje van de diepte leuterpraat."

Als ik echter op mijn leven terug zie, dan herken ik niettemin de rode draad daarin, de samenhang en richting van wat ik leer en doe."

 

Spirituele muziek en kunst in het algemeen

"De ervaring van muziek  raakt aan het geheim van het leven. Ik zou de stelling aandurven dat muziek geen muziek is, wanneer deze niet spiritueel van aard is. Ieder mens kan dat volgens mij horen - het gaat niet alleen om mooie klanken, maar om datgene dat daarachter ligt, niet met woorden te omvatten is en slechts te vermoeden. Ik bedoel de aanraking met het mysterie, de mystiek - zonder me overigens daarbij een mysticus te willen noemen.

Of, zo heb ik me wel eens laten ontvallen: Misschien dat spirituele muziek je iets van God laten ervaren, want die bestaat natuurlijk.

Leven zonder deze ervaring lijkt mij, parafraserend op Dostojewski, zeer verdrietig.

Deze spirituele ervaring is niet voorbehouden aan muziek alleen. Ik houd van literatuur, van schilder- en beeldhouwkunst, van architectuur. Ik noem bijvoorbeeld Rodin en Zadkine, kunstenaars wier beelden me inspireren. Het hoeven geen grote namen te zijn.

Deze winter was ik in Moskou. Ik liep door één van die grauwe straten en zag hoe de straatbewoners 300 sneeuwpoppen zo groot als mensen hadden gemaakt, elke sneeuwpop had een kunstige neus, ogen en hoofddeksel, variërend van een strooien hoed tot een fluitketel.

Een fascinerend schouwspel. Een ervaring van warmte in een ijselijke kou. Wat de creativiteit van mensen niet tot stand weet te brengen!"

 

Artaban

"Wat betreft Artaban, ik herken me voor een deel in hem. Ik wil meer componeren, maar naast het componeren zijn er nog zo veel andere activiteiten die moeten gebeuren en mijn tijd  opslokken. Ik noem de organisatie van het Festival van Religieuze Muziek en de museumconcerten in het museum Van Bommel - Van Dam. Organisatie en voorbereiding van deze evenementen, het leggen van contacten en dergelijke, vergen onnoemlijk veel tijd en zo vraag ik me vaak af, als ik het niet doe, wie doet het dan? Een punt daarbij is dat ik in Venlo woon en niet in de Randstad, die toch het centrum van muzikale activiteit genoemd kan worden. Het is belangrijk om geestverwanten te hebben, mensen die je stimuleren en voeden. Op zichzelf prijs ik me gelukkig dat we in de reeks museumconcerten zeer bijzondere optredens hebben gehad met diverse wereldpremières."

 

Dirigent en pedagoog

"Als dirigent ben ik op het ogenblik verbonden aan het Venloos Gemengd Koor, het Sint Franciscuskoor, eveneens in Venlo  en het Juniorenorkest in Rolduc. Regelmatig geven wij concerten, hier in Venlo, maar ook elders. We maken concertreizen door heel Europa en hebben bijvoorbeeld opgetreden - ik noem maar enkele plaatsen - in Zürich, Freiburg, Amsterdam, Straatsburg - in het Europese Parlement -, Berlijn  - in de Gedächtniskirche -  en in Hamburg en Parijs. Dit jaar gaan we naar Eisenach, Weimar, Jena en Dresden. We combineren op deze reizen het artistieke met het educatieve. Eisenach is de stad, waar Johann Sebastiaan Bach is geboren. Weimar is de stad van Goethe en Schiller en ook Franz Liszt  heeft er gewoond. En Dresden, de stad die in de oorlog totaal verwoest is, is al vele jaren druk bezig om de stad in de oude luister te herstellen.

In de pianolessen, die ik heb gegeven, ging het mij niet alleen maar om de ontwikkeling  van het muzikale talent bij de leerling, maar ook om de motivatie, het enthousiasme en het plezier van muziek maken. Leerlingen, die geen inzet vertoonden, hadden het bij mij moeilijk en leerlingen, die met minder talent studeerden, maar wel de liefde voor de muziek hadden, koesterde ik."

 

Cursus "Muziekavontuur van de 20e eeuw" 

Gerard Franck heb ik leren kennen in de cursus "Muziekavontuur van de 20e eeuw".  De cursus liep al een jaar toen ik instak, maar voor de nieuwkomers, waaronder ik dus,  wilde hij wel een nieuw begin maken. Hij begon met Ravel,  die volgens hem meer expressionist dan impressionist is in  'l Enfant et les Sortilèges (1920-1924) en samen luisterend analyseerde hij voor ons deze humoristische ' fantaisie lyrique'.

Het was een voorzichtig inleiding op de explosie van de creativiteit aan het begin van de 20-e eeuw. "De muziek van de 20e eeuw kunnen we  beschouwen als een reactie op de romantiek. Hoe kon het anders nu de wereld op het punt stond ineen te storten en overgeleverd werd aan de barbarij.  Er vonden in een kort bestek twee wereldoorlogen plaats en in Rusland kwamen de communisten aan de macht..

De muziek in deze tijd kenmerkt zich door abstractie en door het loslaten van de zekerheden van de tonaliteit. Men experimenteert met dodekafonische muziek, atonaliteit en polytonaliteit. Men introduceert felle, heftige ritmiek en polyritmiek en laat zich inspireren door jazz en negermuziek. De muziek wordt beheerst door een sterke expressiviteit. De kloof tussen klassieke muziek en amusementsmuziek, die reeds in de vorige eeuw was ontstaan (Brahms en Wagner versus Johann Strauss en Millöcker) werd groter en welhaast onoverbrugbaar. Na deze eruptie van ongeremde en grillige scheppingsdrang keert  in de tweede helft van de 20e eeuw het tij en componisten integreren de nieuwe verworvenheden met traditionele vormen van de muziek en zo ontstaat het tijdperk van het zogenaamde neoclassicisme."

Gerard Franck brak tijdens de cursus meermalen de lans voor Arnold Schönberg. Deze in zekere opzichten toch merkwaardige man introduceerde een nieuwe, revolutionaire compositietechniek, gebaseerd op een reeks van 12 tonen, waarbij elke toon niet wordt herhaald zolang de elf andere niet hebben geklonken. De techniek en de consequentie waarmee ze wordt toegepast, lijkt ogenschijnlijk een uiterst rationele muziek te creëren, maar Gerard benadrukt meermalen dat  deze muziek sterk emotioneel van aard is, zeer aangrijpend en verontrustend, maar ook helder en zuiverend, allesomvattend en menselijk.

In de loop van de cursus heeft hij vele componisten laten horen. Hij genoot ervan toen de conciërge eens opmerkte weinig te begrijpen van het geluidsspektakel, dat hij de cursisten liet horen. Het was Charles Ives 'Central Park in the Dark', een moderne nocturne, opgebouwd  uit de kakofonie van  geluiden die het hart van Manhatton 's nachts teisterden. In de compositie waait de muziek  op een zwoele zomeravond uit de openstaande ramen het park in en men hoort hoe in de verte een harmonieorkest voorbij trekt. En niet aflatend is het bruisen van de nimmer rustende wereldstad.

Ik herinner me ook nog heel goed 'Epicycle for 20 strings', gecomponeerd door Brian Ferneyhough (1943), dat sterke associaties bij mij opriep over de 'harmonie der sferen', zoals we dat van Pythagoras hebben leren kennen, het geloof in de samenhang van kosmos, muziek, wiskunde en een meditatief leven. Epicycle, dat is een cirkel met het middelpunt op een andere cirkel.

De muziek van de 20e eeuw munt uit door haar verscheidenheid. Componisten weten hun muziek een eigen herkenbaarheid mee te geven. Hij liet muziek horen van o.a. Alfred Schnittke,  Krzystof Penderecki, Edgar Varèse, Sofia Gubaidulina, Galina Ustvolskaja en Oliver Messiaen, volgens hem ongetwijfeld een van de grootsten in onze tijd. Ook de Nederlanders kwamen in de cursus aan bod: Peter Schat, Louis Andriessen, Ton de Leeuw, Tristan Keuris, Rudolf Escher.

Maar naast zijn liefde voor de eigentijdse muziek ging zijn hart ook uit naar de muziek van de  Middeleeuwen en Renaissance, het Gregoriaans met de oude kerkmodi. Toen ik zijn Prière à Saint Joseph hoorde, wist ik dat zijn muziek bij deze oude erfenis aansloot evenals de devotie, waarmee hij ongetwijfeld dit gevonden gebed op muziek had gezet.

 

 

CheckStat