uzlabota Vārdnīca Latviešu - Nīderlandiešu
verbeterd Woordenboek Lets - Nederlands
21-03-2012 Piet Gielen www.rhegie.com
vārds + de / het = lietvārd
(woord + de / het = zelfstandig
naamwoord)
Letse werkwoorden eindigen meestal op -t of –ies
De mannelijke woordenboekvorm van Letse bijvoeglijke
naamwoorden
eindigt meestal op -s.
Het bijpassende bijwoord eindigt meestal op – i
Het Lets heeft veel naamvallen. Er kunnen dus allerlei uitgangen
bij woordcombinaties voorkomen.
ābols
- appel de
acis: tumšas acis – donkere ogen de
acālija
- azalea de
acs – oog het
āda - huid de / leer het
adata - naald de
agrāk - vroeger / tevoren
aita –schaap het
aizbraukt - vertrek
aizcietējums - verstopping de
aizdedzes svece – bougie de
aizdomas – wantrouwen het / verdenking de
aizdomīgs - argwanend
aizgūt – ontlenen / overnemen
aiziešana pensijā – pensioen het
aiziet - weggaan
aizkars – gordijn het
aizkavēšanās – oponthoud het / vertraging de
aizliegt - verbieden
aizmāršīgs – vergeetachtig
aizmest - weggooien
aizmirst - vergeten
aizmugure - achterkant de
aizmugurējais
logs - achterruit de
aizmugures gaismas - achterlicht het
aizsargāt – beschermen
aizskart – beledigen / aanraken
aizslēgt – sluiten / afsluiten
aizspriedums –vooroordeel het
aizstāt – vervangen
aizstāvēt - verdedigen
aizturēt – arresteren /aanhouden
aizvainojošs - hatelijk
aizvainojums – wrok de
aizvainot – beledigen
aizvakar - eergisteren
aizvērt - dichtdoen
akceptēt - accepteren
akcija – aandeel het
āķis – haak de
aklimatizēt – acclimatiseren / inburgeren
akls – blind
akmeņi - stenen de (pl)
akmens - steen de
aknas – lever de
akompanēt – vergezellen / begeleiden
aktieris – acteur de
akūts - acuut
akvārijs - aquarium het
ala - grot de
aleja - laan de
alerģija - allergie de / hooikoorts de
alga – salaris het
altāris - priesterkoor het
alumīnijs – aluminium het
alus no mucas - bier (van de tap) het
alva – tin het
amatnieks – vakman de
Amerika - Verenigde Staten
amortizator – schokdemper de
āmurs - hamer de
analītiķis – analist de
analogs – analoog
ananass - ananas de
anēmija – bloedarmoede de
antibiotika - antibioticum het
antifrīzs - antivries de
antīks - antiek het
antipātija – afkeer de
anulēt - annuleren
ap tiem - om hen heen
apakšbikses - onderbroek de
apakškrekls - onderhemd het
apakšveļa – ondergoed het / lingerie de
apaugļošana – conceptie de / bevruchting de
apbalvojums – onderscheiding de / prijs de
apbrīna – bewondering de
apbrīnojams - prachtig / wonderbaarlijk
apbrīnot – bewonderen
apburt – fascineren / boeien
apciemot - op bezoek komen
apdare – afwerking de / versiering de
apdrošināšana – verzekering de
apdrošināšana ceļojumam - reisverzekering de
apdrošināšanas polise – verzekeringspolis de
apdrošināt – verzekeren
apelsīns - sinaasappel de
apēst – opeten
apgaismošana – verlichting de
apgaismot - verlichten
apğērbs – kleding de
apglabāt - begraven
apgrozībā – verkeer het / circulatie de
apgrūtināta elpošana - benauwd
apjautāties - navragen
apjomīgs – omvangrijk
apjoms – volume het / omvang de
apjukums – verwarring de
apkakle - kraag de
apkārt - er omheen / in het rond
apkārtceļš - omleiding de / omweg de
apkārtne – buurt de / omgeving de
apkopējs – schoonmaker de
aplaudēt – applaudisseren / klappen
aplis - kring de
aploksne – envelop de
apmeklēt – bezoeken
apmeklētājs – bezoeker de
apmierināts – inhoud de
apmīļot – knuffelen
apmulsināt – verwarren / in verwarring brengen
apňēmīgs – vastbesloten
aprakstīt - omschrijven
aprēķināšana – berekening de
aprīlis - april
aprunāties: aanspreken / een praatje maken
apšaubāms - twijfelachtig
apsegt ar jumtu – dak het
apskate – inspectie de / onderzoek het
apskatīt - kijken / uitkijken over
apskaust - benijden
apskaut – omarmen
apsmidzināt - spuiten
apspiest – onderdrukken
apspriest – bespreken / bediscussiëren
apstāties - stoppen / tegenhouden
apstiprināt – bevestigen
apstiprināt savu personību - identificeren
apstrīdēt – aanvechten / ter discussie stellen
apstulbināt – versteld doen staan
apsūdzība – beschuldiging de / aanklacht de
apsveikt – feliciteren / gelukwensen
aptieciņa – verbandtrommel de
aptieka – apotheek de
aptuveni - circa
aptuveni 1500 - rond 1500
apvainojošs – beledigend / hatelijk
apvainots - beledigd
apzagt – beroven / stelen
apzināti - expres
apzinīgs – plichtsgetrouw
ar grūtībām - moeizaam
ar labu nakti - goedenacht
ar pūlēm - moeizaam
arbitrs – scheidsrechter de
arestēt - arresteren
arests - aanhouding de
arfa - harp de
arhibīskaps - aartsbisschop de
arhitekts – architect de
arī – ook / wel
ārija - aria de
aristokrātija – adel de / aristocratie de
ārkārtējs – buitengewoon
ārkārtējs gadījums – spoedgeval het
ārmala - buitenkant de
armija – leger het
aromāts – smaak de
ārprātīgs – krankzinnig
ārpusē - buiten
ārpuse - buitenkant de
ārstēšana – (medische) behandeling de
ārsts - arts de / dokter de
artērija – slagader de
ārzemnieks – buitenlander de
asara - traan de
asaras acīs - tranen in de ogen
asināt – scherp maken / slijpen
asinis - bloed het
asiņošana - bloeding de
asiņot – bloeden
asinsspiediens - bloeddruk de
aspekts – aspect het / facet het
aspirīns - aspirine de
asprātība – verstand het / wijsheid de
ass - scherp
astma - astma de
astoni – acht
atbalss - echo de
atbalstīt – ondersteunen
atbildēt – antwoorden
atbildība - schuld de / verantwoordelijkheid
de
atbildīgs – verantwoordelijk / betrouwbaar
atbilstošs - toepasselijk
atbrīvot – bevrijden / ontheffen / ontslaan
atcelt – afschaffen
atcerēties - zich herinneren
atdot
(atpakaļ) – terugbrengen / teruggeven
atdzimšana – herleving de / herstel het
atgādināt – herinneren
atgriezties - terugkomen
atgūt - terugkrijgen
atkal – opnieuw / nog eens / weer
atkārtot – herhalen
atklāt - ontdekken / vinden
atklātne - ansichtkaart de
atkritumi - afval het
atkritumu spainis - vuilnisbak de
atlaist - loslaten
atlikums – rest de
atmaksāt – terugbetalen
atmiņa – geheugen het / herinnering de
atnakt – naderen / aankomen
atnest - brengen
atpakaļ - terug
atpakaļadrese - afzender de
atpakaļceļš – terugreis de
atpakaļgaitas gaismas - achteruitrijdlicht het
atpazīt - identificeren
atpūsties – ontspannen / uitrusten / rusten
atpūtas telpa - kantine de
ātrā palīzība -
ambulance de
ātrais - acuut
atraitne – weduwe de
atraitnis – weduwnaar de
atraitnīte - viooltje het
ātrās palīdzības mašīna – ambulance
de / ziekenauto de
atrast - inzien / vinden
atrast - lucht van iets krijgen / ontdekken
atrasties – gelegen zijn / staan
ātri - ijlings / zo
atrisināt - oplossen
ātrs - snel
atskaņot mūziku - muziek maken
ātrums – snelheid de
atsevišķi - afzonderlijk / apart
atskatīties atpakaļ - omkijken
atšķirīgs – verschillend / anders
atšķirt - onderscheiden
atšķirties – verschillen / variëren
atslēga – (auto)sleutel de
atslēga – sleutel de / slot het
atslēgas kauls – sleutelbeen het
atspējot - uitschakelen
atspoguļojums - beeld het
atspoguļot - spiegelen / weerkaatsen
atstāt – verlaten
attālums - verte de
atteikt (ies) - weigeren
attēls - afbeelding de
attiecība – relatie de / verhouding de
attiecībā uz - qua
attīstība – ontwikkeling de
attīstīt - ontwikkelen
atvadas - afscheid het
atvainojiet - pardon / sorry
atvaļinājums - vakantie de
atvēršanas – opening de
atvērt - open maken / opendoen
atvērts - open
atvienot – loskoppelen
atvilkt – opentrekken
atzīšana – erkenning de
atzīst sevi - zich zelf terugkennen
atzīt - bekennen
audums – stof de
audzināšana – opvoeding de
audzināt - opvoeden
augi - planten de (pl)
augļi - fruit het
auglīgs - vruchtbaar
augst asins spiediens - verhoogde bloeddruk de
augstprātīgs – arrogant / verwaand
augsts - hoog
augstums – hoogte de
augšup - omhoog / overeind
augt – groeien
augusts - augustus
auksts - koud
auns – ram de
aurošana - bulderen het
ausma – dageraad de
auss – oor het
aust – weven
austere – oester de
austrumi – oosten het
autobuss - bus de
autoceļš - autoweg de
automašīna - auto de
/ wagen de
autoosta - busstation het
autoriepa - autoband de
autostrāde - autoweg de
autovadītājs - automobilist de
avārija - ongeluk het
avene - framboos de
avīze - krant de
avots – bron de
bacilis - bacil de
bads – honger de
bagāts
- rijk
bagāža – bagage de
bagāžas nodalāījums -
bagagekluis de
bagāžnieks - kofferbak de
bailes - angst de / schrik de
bailes no augstuma - hoogtevrees de
baiļpilns - bang
bāka – vuurtoren de
baktērija – bacterie de
balasts – balasts
baļķis – paal de
balkons - balkon het
balodis – duif de
bāls - bleek
balsot – stemmen
balss - stem de
balss: maza balss - stemmetje het
Baltijas Valstis - Baltische
staten
Baltkrievija - Wit-Rusland
baltmaize - brood: wit brood het
balts - wit
baltvīns - witte wijn de
bamperis - bumper de
banāns - banaan de
bandīts – bandiet de / boef de
banka - bank de
bankas automāts - pinautomaat de
bankrotētājs – failliet / bankroet
bārda – baard de
bārenis – wees de
barot - voeden
bars – menigte de / massa de
baterija – batterij de
bauda - plezier het
baznīca - kerk de
baznīcas zvans – (kerk)klok de
bēdas - ellende de
bēdāties – treuren
bēdīgs - bedroefd / verdrietig
bēglis - vluchteling de
bēgšana – vluchten / ontsnappen
bēgt - vluchten
beidzot – uiteindelijk / tenslotte
beigas – einde het / conclusie de / slot het
Beļğija – België
bende – beul de
benzīna uzpildes stacija - benzinestation het
benzīns - benzine de
bēres – begrafenis de / uitvaart de
bērni - kinderen de
bērns - kind het
bērnu
krēsls - kinderstoel de
bērnu slimība - kinderziekte de
beržamais sūklis
- schuursponsje het
berze – wrijving de
bet – maar /slechts / echter
bez - zonder
bez šaubām - wel / zeker
bezbailīgs - kordaat
bezcerīgs – hopeloos
bezgalīgs - eindeloos
bezkaunīgs – brutaal / onbeschoft
bezmaksas – gratis / vrij
bezpalīdzīgs - hulpeloos
bezpersonisks – onpersoonlijk
bezrūpība – slordigheid de / nonchalance de
bezspēcīgs – zwak
beztiesīgs - onbevoegd
bezvadu - draadloos
bībele – Bijbel de
biedrs – maat de / lid het
bieži - vaak
biezoknis – struikgewas het
biezpienmaizīte – kwarktaart de
biezs – dik
bifšteks - biefstuk de
bikses - broek de
biļete - biljet het / kaartje het /
ticket het
birojs – kantoor het / bureau het
birste - borstel de
bīskaps – bisschop de
biskvīts - koekje het
bīstams – gevaarlijk
bite - bij de
biznesmenis – zakenman de
blakus - opzij /
naast
bļāviens – schreeuwen
blēdis – oplichter de
blīvums – dichtheid de
blondas cirtas - blonde krullen de (pl)
blusa – vlo de
blūze - blouse de
bokseršorts - boxershort de
boss - baas de
brāļadēls – neef (kind van broer) de
brāļameita – nicht (kind van broer) de
brālēns – neef (kind van oom of tante) de
bralis- broer de
brangums – zwaarlijvigheid de / obesitas de
braucējs – ruiter de / rijder de
brauciens – trip de / reisje het
braukt pret - omverrijden
bremzēt - afremmen
bremžu gaismas - remlicht het
bremžu šķidrums - remvloeistof de
brendijs – cognac de / brandewijn de
brīdinājums – waarschuwing de
brīdināt - vermanen / waarschuwen
brīdināt – waarschuwen
briesmas – gevaar het
brilles - bril de
brīnišķīgs - wonderbaarlijk
brīnīties - zich afvragen
brīnums - wonder het
brīvība - vrijheid
brīvs - vrij
brīze - bries de
brīze : neliela brīze - briesje het
brokastis - ontbijt het
bronhīts - bronchitis de
bronza - brons het
brunči - rok de
bruņinieks – ridder de
brūns - bruin
brūvēt -
brouwen
būdiņa - cabine de / hokje het
bullis – stier de
bulta – pijl de
bultskrūve - bout de
bulvāris - boulevard de / laan de
bumba - bal de
bumbieris - peer de
bundžu attaisāmais - blikopener de
bungas - trom de
būris - kooi de
burkāns - wortel de
burt - toveren
burtnīca – aantekenboekje het
burts
- letter de
burvīgs - charmant
būt - zijn
būt uzmanīgam – voorzichtig zijn / opletten
būtība – essentie de / aard de
bũvēt - bouwen / construeren
būvgruži - puin het
čabēt – mompelen / mopperen
cālis – kip de
caur – door(heen)
caureja - diarree de
caurejas zāles – laxeermiddel het
cauri – door(heen)
caurspīdīgs - kristalhelder / transparant
caurule – buis de
caururbjošs - doordringend
čeks – cheque de
ceļabiedrs – reisgenoot de
ceļasoma - koffer de
celis – knie de
ceļojums - reis de
ceļojums – tocht de reis de
ceļot – reizen / rontrekken
ceļš - straat de / weg de
ceļš : mazs ceļš - paadje het
celt - bouwen
celties – opstaan / omhoog komen
celtnis - kraan de / hijskraan de
cena - prijs de
censties izvairīties - uitwijken
centimetrs - centimeter de
centrs - centrum het / midden het
cepeškrāsns - oven de
cepetis - gebraden vlees het
cept - bakken
cepumi - koekjes de
cepums – beschuit de / biscuit de
cepure - muts de
cerēt
- hopen
cerība – hoop de
cerības – verwachting de
cerības: nav daudz cerības - niet veel
verwachtingen
ceriņi – lila (krāsa) / sering de (zieds)
četri – vier
ceturtdiena - donderdag
ciema iedzīvotājs - dorpsbewoner de
ciematiņš - dorp het / gehucht het
ciems - dorp het
cieņa – waardigheid de
cienāt - trakteren
cieşi aizvērts - muurvast
ciest – lijden
cietoksnis – fort het / vesting de
ciets - stevig / vast
cietsirdīgs – wreed
cietums – gevangenis de
cik – hoeveel
cilindra galva - cilinderkop de
cilvēki - mensen de (pl)
cimdi – handschoenen de
cimds - handschoen de
cīņa – strijd de / gevecht het
cīnīties – strijden / vechten
cinks – zink het
cipars – cijfer het
cirks - circus het
cirvis – bijl de
cisterna – tank de / reservoir het
citreiz – een andere keer
citrons – citroen de
cits – ander
cūka - varken het
cukurs - suiker de
cukurtrauks - suikerpot de
čūska - slang de
daba - aard de
daiļš - mooi / prachtig
dakšiņa - vork de
daļa - deel het
dāma - mevrouw
dambrete - dammen
darba stundas – werkuren de / openingstijden de
darbinieks – werknemer de / medewerker de
darbs – werk het / arbeid de / karwei het
dārgais - schat de
dārgakmens - sieraad het / edelsteen de
dārgs – prijzig / duur
darījums – transactie de
darīt - doen
darīt ar - zich behelpen met
dārza šķēres - snoeischaar de
dārzeņi - groente de
dārzeņu pārdevējs - groenteboer de
dārzs - tuin de
dati - gegevens de (pl)
dators - computer de
daudz - veel
daudz: par daudz - te veel
daudzi – veel / vele
daudzus gadus - jarenlang
dāvana - cadeau het
dažadi –allerlei
dažads – verschillend /allerlei
daži – sommige / enkele / weinig
dažreiz - soms
debesis - hemel de / lucht de
decembris - december
dedzīgs – fervent / vurig
dedzināt - branden
Deg! - Brand!
degt - branden
deguna asiņošana - neusbloeding de
deguns – neus de
degviela – brandstof de
degvīns - wodka de
dejot - dansen
dejotâja - danseres de
dēļ - vanwege
delikāts – delicaat / gevoelig
depresija – depressie de
depresijā: ir depresijā - het niet meer zien
zitten
derēt - passen
derīgs – geldig
desa - worst de
desmit – tien
detaļa – detail het
deviņi – negen
diagnoze - diagnose de
diapazons – reeks de
dibens - billen de (pl)
diena - dag de
diena: nākamā diena - de volgende dag
dienas: ik dienas - dagelijks
dienasgrāmata – dagboek het
diennakts – dagelijks
dienvidi – zuiden het
dienvidrietumi - zuidwesten het
dievināt - aanbidden
diezgan - genoeg / redelijk / liever
dīķis - vijver de
diplomēts - gediplomeerd
direktors – directeur de
diskriminācija – discriminatie de
diskriminēt – discrimineren
diskutēt - discussiëren
displejs - beeldscherm de
dīvains - gek / raar
divāns – bank de / divan de
divi – twee
divkāršs - dubbel
divritenis – fiets de
divritenis ar motoriņu - bromfiets de
dīzeļdegviela - diesel de
dobjš -hol
dobums – holte de / hol het
doma - idee het
domāt - denken / vinden
dominējošs – dominant
domkrats - krik de
domstarpības – onenigheid de / meningsverschil het
dot - geven / overhandigen
dot padomu - adviseren
doza - dosis de
draiskulība
- frats de
draudēt – bedreigen
draudzene - vriendin de
draudzīgs - vriendelijk
draudziņš – makker de
draugs – vriend de
drēbe – stof de / doek het
drēbes – kleding de / kleren de
drēbju pakaramais - kledingrek het / kapstok de
drēbnieks – kleermaker de
drenāža – afwatering de / riolering de
drīkstēt - mogen
driz – gauw / spoedig
drošība - veiligheid de
drosme – moed de
drosmīgs - dapper / moedig
drošs – veilig / safe
drudzis - hoge koorts de
drukāt - drukken
drūmums - somberheid de
drupināt - afbrokkelen
dubļi – modder de
dubultnieks – tweeling de
dūmi – rook de
dumpīgs – opstandig
duncis – dolk de
durvis – deur de / portier het (auto)
durvju atslēga - deurslot het
durvju rokturis - deurklink de
duša - douche de
dusmas – boosheid de / woede de / drift de
dusmīgs – kwaad / woest / boos
dvielis - badhandoek de / handdoek de
dvīņi - tweeling de
dzeja – dichtkunst de / poëzie de
dzejolis – gedicht het
dzelksnis – tepel
dzeltens - geel
dzelzceļa stacija -
(trein)station het
dzelzs – ijzer het
dzelzs stieple - ijzerdraad de
dzemde – baarmoeder de
dzemdības – bevalling de
džemperis - trui de
dzeramnauda – fooi de
dzēriens - drinken het
dzeroklis - kies de
dzeršanai derīgs - drinkbaar
dzert - drinken
dzesēšanas sistēma - koelsysteem het
dzesēšanas šķidrums - koelwater het
dzēšgumija - gum de
dziedāt - zingen / kraaien
dziedāt līdzi - meezingen
dziesma - lied het
dziesmiņa - liedje het
dziļš – diep
dziļš : ne visai dziļš -
ondiep
dziļums - diepte de
dzimšana - geboorte de
dzimšanas datums - geboortedatum de
dzimums – sex de / geslacht het
dzirdēt - horen
dzīve – leven het
dzīves cikls - de loop van het leven
dzīvība - leven
het
dzīvībai bīstams - levensgevaarlijk
dzīvojamais vagoniņš - woonwagen de
dzīvoklis - flat de
dzīvot – leven / wonen / verblijven
dzīvsudrabs – kwik het
ēdamgalds – eettafel de
ēdamistaba – eetkamer de
ēdams - eetbaar
ēdienkarte - menukaart de
ēdiens - eten het
Eiropa – Europa
ejošs - verkoopbaar
ēka – gebouw het
ekrāns - beeldscherm het
eksāmens – examen het
eksportēt - exporteren
ekzēma - eczeem de
elastīgs - elastisch
elektrība – elekriciteit de
elektriskā urbjmašīna - boormachine de
elkonis - elleboog de
eļļa - olie de
eļļas filtrs - oliefilter de
eļļas spiediens - oliedruk de
elle – hel de
ellē – in de hel
elpa – adem(haling) de
elpošanas traucējumi – ademhalingsmoeilijkheden de
embrijs – embryo het
emocija - gevoel het
ēna – schaduw de
eņģelis – engel de
epidēmija – epidemie de
epilepsija – epilepsie de
erekcija – erectie de
ērglis – adelaar de
ērts – gemakkelijk / handig
es – ik
ēzelis - ezel de
ezers - meer het
fabrika – fabriek de
fails – bestand het
fazāns - fazant de
februāris - februari
feja – fee de
fēns - haardroger de
filma – film de
finanses – financiën de
flauta - fluit de
flirtēt - flirten
fonētisks - fonetisch
fons – achtergrond de
forele - forel de
forma – vorm de
formāts – formaat het
forš - cool
fotoaparāts - fototoestel het
fotografēt - fotograferen
fotogrāfija - foto de
Francija - Frankrijk
frī kartupeļi – friet de /
frites de
frizētava - kapperszaak de
frizieris - kapper de
gabali - stukken de (pl)
gabaliņš – (een) beetje
gabals – stuk(je) het
gabals: neliels gabals - stukje het
gadatirgus - kermis de
gadījums - zaak de
/ gebeurtenis de / geval het
gadīties – gebeuren
gads - jaar het
gads: katrs gads - per jaar / jaarlijks
gads: katru gadu - jaarlijks
gadsimts – eeuw de
gaidīt - afwachten / wachten
gailis – haan de
gaisa - lucht de
gaisa filtrs - luchtfilter het
gaisa spiediens - luchtdruk de
gaišais alus - bier (licht) het / pils de
gaismas - licht het
gaismas stars - lichtstraal de
gaismas: tuvās
gaismas - dimlicht het
gaismas: tālās gaismas - groot licht het
gaiss – lucht de
gaitenis - gang de
gājiens
- processie de / mars de
gaļa - vlees het
galamērķis – bestemming de
galdauts - tafelkleed het
galds - tafel de
galējais – uiterste
galējs - extreem
galva – hoofd het / kop de
galvaskauss
- schedel de
galvassāpes – hoofdpijn de
galvojums – garantie de
gandarījums
: ir gandarījums - verheugend
gandrīz - bijna
ganības - weiland het / wei(de) de
gans – herder de
gar - langs
garāža – garage de
garīgs – geestelijk / spiritueel
gars – geest de
garš – lang / groot
garša – smaak de (m.b.t. eten)
garšīgs – lekker / smakelijk
garšot - smaken
garums – lengte de
gatavot - koken
gatavs - klaar
gaume – smaak de (niet m.b.t. eten)
gāze – gas het
gāzties - tuimelen
gēni - genen de (pl)
ģerānija – geranium de
ğērbties –aankleden
gigants - reus de
gigants: sieviete gigants - reuzin de
ģimene - familie de / gezin het
ğimenes ārsts – huisarts de
ğipsis - gips het
ģitāra - gitaar de
glabāt - opbergen / bewaren
glābšana – redding de
glābt - redden
glaimot - vleien
glāstīt - knuffelen
glečers - gletsjer de
gļēvs - laf
gļēvulība – lafheid de
gļēvulis – lafaard de
glezna – schilderij het
gleznotājs – schilder de
gliemezis – slak de
glīts – knap / keurig
gludināt - strijken
gluds - glad
godbijība – eerbied de
godīgs - eerlijk
godināt - vieren
godkārīgs - ambitieus
gods – eer de / reputatie de
gondola - gondel de
govs - koe de
grābeklis - hark de
grāmata – boek het
grāmatvedis – accountant de
grams – gram de
grauds – graan het / korrel de
graujošs – verstorend
grava – ravijn de
grāviens – slag de / klap de
gredzens – ring de
greizsirdība – jaloezie de
greizsirdīgs - jaloers
grēkot – zondigen
grēks – zonde de
grēksūdze - biechten
gremošana – spijsvertering de
grezns – luxueus / weelderig
griba – wil de
gribēt - willen
grīda - vloer de / verdieping
de
griesti - plafond het
griezt – snijden
grīļošanās - wiebelen
gripa – griep de
grīva – monding de
grozīt – wijzigen / veranderen
grupa – groep de
grūst - duwen
grūst – duwen
grūtībām: ar grūtībām –
nauwelijks / moeilijk
grūtniecība – zwangerschap de
grūts - hard / moeilijk
gudri - wijzen de pl
gudrība - wijsheid de
gudrs - slim / wijs
guļamistaba - slaapkamer de
guļammaiss – slaapzak de
gulbis – zwaan de
gulēt – liggen / slapen
gulta - bed het / ledikant het
gumija – rubber het / de
gurķis - komkommer de
haizivs – haai de
haoss - puinhoop de
harmonijs - harmonium het
higiēniskās salvetes - maandverband het
hipertensija - verhoogde bloeddruk de
hipopotams - nijlpaard
het
hipotēka – hypotheek de
hobijs – hobby de
hologramma - hologram het
hūte - hoed de
ideja - plannetje het / idee het
identificēt - herkennen
idiotu bars - stelletje
stukkels
idiotu grupa -
stelletje stukkels
iebelzt - slaan
iebiedēšana – intimidatie de
iebildums – bezwaar het
iebilst – tegenspreken
iebraukšana – ingang de
iecelt – benoemen
iecietīgs - tolerant
iedarbīgs – doeltreffend / effectief
iedeguma krēms - zonnebrandolie de
iedzīvotāji - bewoners de (pl)
iedzīvotājs - inwoner de
ieeja - ingang de
iegriezums – snee de
ieguldījums – bijdrage de / investering de
iegūt - krijgen / verwerven
iejaukties – tussenbeide komen / ingrijpen
iekaisumus - ontsteking de
iekārtot - regelen
iekraut – laden
iekšā - in
iekšpuse - binnenkant
de
iela - straat de
ielaišana – toegang de
ielaušanās – indringing de / inbreuk de
ieleja – dal het
ieliekums - deuk de
ielikšana – invoeging de
ielīmēt - plakken
iemesls – reden de
iemīlējusies - verliefd zijn
iemīlējusies: ļoti iemīlējusies -
smoorverliefd
iemīlēties: sākt iemīlēties - verliefd worden
ienaidnieka - vijandig
ienaidnieks – vijand de
ienākt – binnengaan
ienākums – inkomen het
iepazīstināt – voorstellen / introduceren
iepazīties ar - kennis maken met
iepriekšējs - vorig
ieradums – gewoonte de
ierasties – aankomen / komen
ieraža – gewoonte de
ierēdnis – ambtenaar de
ierīkot - installeren
ierobežojums – beperking de
ierocies – wapen het
ierosinājums – voorstel het / suggestie de
ierosināt - voorstellen
ierūsēt -
roesten
iesaistīt - omvatten
iesaldēt – bevriezen
ieskrūvēt - schroeven
ieslodzītais – gevangene de
iesniegt - voorleggen
iesniegt paziņojumu - aangifte doen
iesniegums – toepassing de
iespaidīgs – indrukwekkend / opzienbarend
iespēja – mogelijkheid de / gelegenheid de
iespējamā: ir iespējamā - kunnen
iespējams - mogelijk
iestudēt - oefenen
iesūdzēšana – vervolging de
iesūdzēt – vervolgen
iet – gaan / lopen / wandelen
iet labi ! - het gaat
goed
iet atpakaļ – terugkeren / teruggaan
iet uz - afstappen op / gaan naar
ieteikt – aanbevelen / adviseren
ieteikums - advies het
ieteikums : labs ieteikums - goede raad
ietekme – effect het / invloed de
ietērpt – kleden
ietiepīgs – koppig / eigenwijs / narrig
ietve - trottoir het
ietvert – omvatten
ievada - inleidend
ievads - inleiding de
ievainojums - letsel het / verwonding de
ievainots - gewond
ievārījums – jam de
ievērības cienīga vieta
- attractie de
ievērības cienīgs - opmerkelijk
ievērojams – aanzienlijk / significant
ievērot - merken / naleven / respecteren
iezīme – eigenschap de
Igaunija - Estland
ignorēt - negeren
ikdienišķs – alledaags
ikgadējs - jaarlijks
īkšķis - duim de
ilgs - langdurend / langdurig
ilgstošs - voortdurend
imigrācija – immigratie de
imigrants – immigrant de
importēt – importeren / invoeren
improvizēt - improviseren
imūns - immuun
inde – vergif het
indīgs - giftig
infekcija – infectie de
informācija centrs - informatiecentrum het
informēt – informeren
injekcija - injectie de
inovācijas – vernieuwing de
inspektors – inpecteur de
instruktors – instructeur de
intelekts - verstand het
interese - belangstelling de / belang het
interpretēt - interpreteren
intīms - intiem
intuīcija – intuďtie de
invalīda krēsls – rolstoel de
invalīds – gehandicapte de
inženieris – ingenieur de
īpaši: jo īpaši - vooral
īpašība - eigenschap de
īpašības vārds – bijvoeglijk naamwoord het
īpašnieks – eigenaar de
īpašs – bijzonder / buitengewoon / speciaal
īpašums – eigendom het
īpatnējs – bijzonder / kenmerkend
īrēt - huren
ironisks - ironisch
īsi - kortom
īslaicīgs – kortstondig
īss - kort
istaba – kamer de
īstenībā – inderdaad / eigenlijk
Itālija - Italië
izaicinājums – uitdaging de
izārstēt - genezen
izaudzēt – telen / groeien
izbeigt – beëindigen
izbīšanās - verlegen
izdalīšana – distributie de
izdevīgs – voordelig / gunstig
izdevīgs pirkums – koopje het
izdoties atvērt - openkrijgen
izdzert – opdrinken
izdzēst – verwijderen / wissen
izdzist – vervagen / uitgaan
izdzīvošana – overleving de
izeja - uitgang de
izglītība – onderwijs het
izglītot - onderwijzen
izgreznošana - versiering de –
izgrust – verwijderen / uitwerpen
izgudrot - bedenken / uitvinden
iziet – naar buiten gaan / vertrekken / uitlopen
izjautāt - ondervragen
izkalt – hameren /smeden / houwen / uithouwen
izkāpt - uitstappen
izklaide – vermaak het / amusement het
izklaidīgs – vergeetachtig / verstrooid
izlaidums – nalatigheid de
izlauzt - breken
izlemt – beslissen
izlietne - gootsteen de
izlikties - voorwenden
izlūgties - bedelen
izmaksāt - kosten
izmantot - gebruiken
izmeklēšana – onderzoek het
izmeklēt - uitzoeken
izmērs – grootte de / afmeting de
izmežğīt – verstuiken / verrekken
izmist - wanhopen
izņemot - behalve
izņemums – uitzondering de
iznīcināt - vernietigen
iznirst - omhoog komen
iznomāt – huren / leasen
izolēt - isoleren
izpārdošana - uitverkoop de
izpēte – onderzoek het
izpildīšana – uitvoering de / executie de
izpildīt - uitvoeren
izpirkšana – verlossing de / inlossing de
izplatīties – (ver)spreiden
izplešanās – uitbreiding de / expansie de
izplūde caurule –uitlaat de
izpūtējs – uitlaat de
izraidīt – verwijderen / verdrijven
izrietēt - resulteren
izrotāt - versieren
izruna – uitspraak de
izrunāt - uitspreken
izsalcis – hongerig
izsalkums - honger
izsaukt - oproepen / roepen / inschakelen (persoon)
izskaidrot – uitleggen / verklaren
izskatīties – kijken
izšķirība – onderscheid het / verschil het
izšķirošs – cruciaal
izslāpis - dorstig
izslēgšana – uitsluiting de
izslēgt – uitzetten / uitschakelen /
uitsluiten
izsmiet – belachelijk maken
izstāde – tentoonstelling de
izstarojošs - stralend
izstrādāšana – fabricage de
izstumtais – uitgestotene de
izšūšana – borduurwerk het
izšūt - borduren
izsvītrošana – annulering de
izteiksme – uitdrukking de
iztēle – verbeelding de / fantasie de
iztērēt - uitgeven
iztika – levensonderhoud het
izturams – dragelijk
izturēšanās – gedrag het
izturēt – weerstaan / uithouden
izurbt - doorboren
izvairīties - vermijden
izvairīties: censties izvairīties - uitwijken
izvarot - aanranden
izveidot plānu - een plan opstellen
izvēle – keuze de
izvēlēties – uitkiezen / kiezen
izvirdums – uitbarsting de
izzināt - bestuderen / uitzoeken
izzust - verdwijnen
jā – ja
ja - wanneer
ja tas būtu - als het ware
ja vien - tenzij
jaka - vest het
jāņogu bulciņa - krentenbol de
janvāris - januari
jau – al / reeds / vast
jauda - kracht de
jauks - leuk
jaunākais - jongste
jaunatne – jeugd de
jaunava - maagd
jaunavība – maagdelijkheid de
jaundzimušais – pasgeborene de
jaunietis – jongere de
jauns – jong / nieuw
jaunumi – nieuws het
jautājums – vraag de
jautāt - vragen
jautrība - vrolijkheid de
jautrs - opgewekt / vrolijk
jēga – betekenis de
jo - omdat / want
jo īpaši - vooral
jods - jodium de
jogurts - yoghurt de
jokdaris – joker de / grappenmaker de
jokot – een grapje maken
joks - grapje het
joprojām – nog (altijd)
josta – riem de
jubileja – verjaardag de / jubileum het
jūdze – mijl de
jūlijs - juli
jumts – dak het
jūnijs - juni
jūra - zee de
jūras slimība – zeeziekte de
jūrmala - strand het
jūrnieks – zeeman de
jūs - je
just - voelen
justies – voelen
jūtas – gevoel het
juvelieris – juwelier de
ka - dat
kā - hoe
kā iet? - hoe gaat het?
Kā jums klājas? - Hoe gaat het met je?
kā tā var - wat krijgen we nou?
Kā tev iet? - Hoe gaat het met je?
kabata – zak de / broekzak de
kabatas baterija – zaklamp de
kabatlakats – zakdoek de
kad - als / toen / wanneer
kādreiz – soms / nu en dan
kāds – hoe/ wat voor soort
kafejnīca - cafetaria de
kafija - koffie de
kafijas automāts - koffiezetapparaat het
kails – naakt / bloot
kaimiņi – buren de
kaimiņiene – buurvrouw de
kaimiņš – buur(man)/ buur(vrouw) de
kairināt - irriteren
kaislīgs - hartstochtelijk
kaitēt - schaden
kaitināt - plagen
kāja - been het
kaķis - kat de
kakla siksna - halsband de
kaklarota - halsketting de
kaklasāpes - keelpijn de
kakls – nek de
kaļķi – kalk de / lijm de
kalnains – bergachtig
kalni – gebergte het
kalns - berg de
kalpone – meisje het / dienstmeisje het
kalpot – dienen / bedienen
kalps – bediende de / knecht de
kalt - beitelen
kam – aan / voor wie
kamēr - terwijl
kanārijputniņš - kanarie de
kandidāts – kandidaat de / gegadigde de
kapāt – hakken
kāpēc - waarom
kapi - begraafplaats de
kapliča morgs – mortuarium het
kaplis - schoffel de
kāpnēs - trap de
kāposts - kool de
kaprīzs - humeurig
kaps - graf het
kapsēta - begraafplaats de / kerkhof het
kāpt - klimmen
kapteinis – kapitein de
kapu pieminekļi - grafstenen de (pl)
kapuce – kap de / capuchon de
kara zona - oorlogsgebied het
karaliene – koningin de
karalis – koning de
karavāna - kampeerwagen de
karavīrs – soldaat de
kārba – doos de
kārdinājums – verleiding de
kārdināt - verleiden
kareivis – militair de
karjera – carričre de/ loopbaan de
karnevāls – carnaval het
karogs – vlag de
karot – oorlog voeren
karote - lepel de
karote: maza karote - lepeltje het
karš – oorlog de
kārst - plagen
karsts – warm /heet
karstums – hitte de
kārta – laag de / coating de
karte - kaart de
kārtīgs – ordelijk / netjes
kartīte – kaart de
kartons – karton het
karuselis - draaimolen de
kas – wie / wat
kašķis – schurft de
kaste - doos de
kaste - krat de / doos de
katedrāle – kathedraal de
katls – ketel de / boiler de
katolis – katholiek de
katoļu - katholiek
katrā gadijumā - in ieder geval
katrs – ieder / elk
kaudze - hoop de / stapel de
kauja – strijd de
kaulēties - onderhandelen
kauls – bot het
kauns – schande de / schaamte de
kauss – beker de
kaut gan - hoewel
kaut kāds - een paar
kaut kas - iets / wat
kaut kur - ergens
kautrīgs - verlegen
kavēšana – vertraging de
kavēt – belemmeren / hinderen
kaza – geit de
kazenes - braam de
ķeblītis - krukje het
ķēde – keten de / ketting de
ķeizars – keizer de
ķekatas - stelt de
ķēmošanās – antiek het
kempings - kampeerterrein het / camping de
ķepa – poot de
ķermeņa – lichaam het
ķert – vangen / pakken
ķīla - borgsom de
ķīmiskā tīrītava - stomerij de
ķīmiski tīrīt – chemisch reinigen
ķīmisks - chemisch
Ķīna - China
ķiploks – knoflook de
ķircināt - plagen
ķirsis - kers de
ķirurgs – chirurg de
klanīties - knikken
klase - klas de
klātbūtne – aanwezigheid de
klātesošs - aanwezig
klauns - clown de
klausīties - luisteren
klauvēt - kloppen
klaviatūra - toetsenbord het
klavieres - piano de
kleita - japon de
klejojošs – rondreizend
klepot - hoesten / kuchen
klepus - hoesten
klēts : mazs klēts - schuurtje het
klibs - lam
kliegt - schreeuwen
klients – klant de / cliënt de
klimats – klimaat het
klīnika – kliniek de
klints – rots de
klosteris – klooster het
kļūda
- balen / shit / abuis
kļūda – fout de / vergissing de
kļūdām: bez kļūdām - foutloos
kļūdīties – zich vergissen
klusēt – stil zijn
/ zwijgen
klusi - in alle stilte / zacht / zachtjes
klusināt – onderwerpen
kluss
- rustig / stil / zachtjes
klusums
- stilte de
kļūt
- worden
kļūt
brīvs - losschieten / vrijkomen
knābis
- snavel de
knaibles - tang de
knibināt - knabbelen
kniebt - knijpen
knislis - mug de
ko – wat
kodols – kern de
kofeīna : bez - coffeinevrij
kofferis - koffer de
koks – boom de
kokvilna – katoen de
koledža – college het
kolēģis – collega de
komanda – team het / ploeg de
komats – komma de
kombinācija – combinatie de
komēdija – komedie de
komentāri – commentaar het
komisks - grappig
kompas – kompas het
kompensācija – compensatie de / vergoeding de
komplikācija – complicatie de
kompliments – compliment het
koncentrācija – concentratie de
koncentrēt – zich concentreren
koncerts – concert het
koncesija – concessie de / tegemoetkoming de
kondensēt - condenseren
kondoms - condoom het
konference – conferentie de / vergadering de
konfidenciāls - vertrouwelijk
konfiscēt - in beslag nemen
konflikts – conflict het
kongress – congres het
konjunktūra – conjunctuur de
konservatīvs - conservatief
konservu nazis - blikopener de
konspirēt - samenzweren
konstruēt - construeren
konsulāts – consulaat het
konsultācija – raad(pleging) de
kontaktdakša – plug de / stekker de
kontaktligzda - stopcontact het
kontrabandists - smokkelaar de
konvertēt - omzetten
kopā - samen
kopā ar - met
kopienas pakalpojumu - taakstraf de
kopija - kopie de
kopija – kopie de
kopš - sinds
kopsavilkums – samenvatting de
korespondence – correspondentie de
koridors - gang de
korķviļķis - kurkentrekker de
kornete – hoorn de
korupcija – corruptie de
košļāt - kauwen
kosmonauts – astronaut de
kosmoss – ruimte de / kosmos de
kotedža – huisje het
krabis – krab de
krāciens - snurken
krampji – kramp de
kramplauzis – inbreker de
krāpšana – bedrog het / fraude de
krāpt – bedriegen / frauderen
krāsa – tint de / kleur de
krāsains - gekleurd
krāsot – verven / schilderen
krāsotājs – schilder de
krāsoti mati - geverfd haar het
krastmala - kade de
krasts - kust de / strand het / oever de
kratīt - schudden
krava – vracht de
kravas automašīnas - vrachtwagens de (pl)
kreditors – crediteur de / schuldeiser de
kreisais
- links
kreisais borts - bakboord het
kreisi : pa
kreisi - links
krējums - slagroom de
kremācija – crematie de
krēpas – speeksel het
krēsla - schemer de / schemertijd de / schemering de
krēsls - stoel de
krēsls: mazs krēsls - stoeltje het
Krievija - Rusland
krist - vallen
kristāls - kristal
kristietis – christen de
kristīgs - christelijk
kristīt - dopen
kritērijs – criterium het / maatstaf de
kritiķis – criticus de
krīze – crisis de
krogs – kroeg de / café het
kroplis – verlamde de
kruīzs - cruise de
krūms - struik de
krusa - hagel de
krūškurvis – borst(kast) de
krustbērns – petekind het
krustdēls – peetzoon de
krustmāte – peettante de
krustmeita – peetdochter de
krustojums - kruispunt het
krusttēvs – peetoom de
krūšturis - beha de
krustvecāki – peetouders de
krūtis – boezem de / borst de
krūze - kop de
kuġis - schip het
kuğojams - bevaarbaar
kuģot - navigeren
kūka - taart de
kukainis – insect het
kukurūza – maďs de
kultūra – cultuur de
kuņģis - maag de
kur - waar
kurināt – stoken
kurls - doof
kurnēt - mopperen
kurpe - schoen de
kurpju aukla - schoenveter de
kurpju saite – schoenveter de
kurpnieks – schoenmaker de
kurš - welke / wie
kurss – cursus de
kustība - beweging de
kutēt - kietelen
kūts - stal de
kvalifikācija – kwalificatie de
kvēlot - gloeien
kvernēt - treuzelen
kvieši – tarwe de
kvota – quotum het
labais - rechts
labāk - beter
labdarība – liefdadigheid de
labdien! - goedendag
labi pazīstams - bekend
labi: pa labi
- rechts -
labojums – correctie de / verbetering de
labošana – verbetering de
labot – repareren / herzien / verbeteren
labrĭt! - goedemorgen
labs – goed / braaf / cool
labs ieteikums - goede raad de
Labu apetīti! - Smakelijk eten
labvakar! - goedenavond
labvēlīgs - gunstig / weldadig
lācis – beer de
lādiņš – last de
lai gan - hoewel
laicīgs - tijdelijk
laikā – gedurende / tijdens
laika prognoze - weerbericht het
laikā: atpakaļ laikā - terug in de tijd
laikā: pēdēja laikā - de laatste tijd
laikos: mūsu laikos - tegenwoordig
laikraksts - krant de
laiks - tijd de
laime - geluk het
laimīgs - gelukkig
laimīgs ceļojums - goede
reis
laimīgs cilvēks - bofferd de/ gelukkig man de
laipni lūdzam - welkom
laipns - vriendelijk
laisks – traag / lui
laiva – boot de
laiva: airu laiva – roeiboot de
laizīt - likken
lajs – leek de
laka – vernis de / lak de
lakats – das de
lakstīgala - nachtegaal de
lamāties - vloeken
lampa – lamp de
lapa – blad het
lappuse – pagina de
lapsa – vos de
lapsene - wesp de
lāpsta - schop de
lasām brilles - leesbril de
lasīt – lezen / plukken
lāsts – vloek de / vervloeking de
Latvija - Letland
laucinieks - boer de
/ plattelander de
ļaudis - mensen de (pl) / men
lauks – veld het
lauksaimniecība
- landbouw de
laukums - plein het
laulība - huwelijk het
laulības – bruiloft de
ļauns – slecht / kwaadaardig
ļaunums – kwade het / kwaad het / het boze
laupījums – buit de / roof de
laupīšana – beroving de
ļaut – laten
lauva - leeuw de
lauzt - breken
lavīna - lawine de
lēciens – sprong de
ledains - ijskoud
ledājs – gletsjer de
ledus – ijs het
ledusskapis - koelkast de
legalizēt - legaliseren
leikoplasts - pleister de
lejup - beneden /
naar beneden / neer
lēkt – springen
lelle – pop de
lēmums – beslissing de / besluit het
lēnām – langzaam / traag
ļengans – slap
lēni – traag / langzaam
leņķa - hoekig
leņķis – hoek de
lēns - langzaam
lepns – trots
lepnums - hoogmoed de
lēts - goedkoop
līcis – baai de
līderis – leider de
lidmašīna - vliegtuig het
lidojums - vlucht de
lidosta - luchthaven de
lidot - vliegen
lidotājs – piloot de
līdz - tot aan
līdzās - naast
līdzens - egaal / plat
līdzība – gelijkenis de / overeenkomst de
līdzīgi – op dezelfde manier
līdzīgs - gelijk
līdzināties - lijken
līdzjūtība –
medelijden het / medeleven het
līdzskanis – medeklinker de
līdzsvarot – in evenwicht brengen
līdzsvars – evenwicht het
liecība – getuigenis de
liecināt - getuigen
liecinieks - getuige de
lieks – onnodig / overbodig
liekt - buigen
liekties - buigen
liekulība – schijnheiligheid de
liekulīgs – schijnheilig / hypocriet
lielisks - geweldig
lielīt – prijzen / aanbevelen
lielīties - opscheppen
liellopi – vee het
liellopu gaļa – rundvlees het
liels - groot
liels darbs - klus de
lielums - formaat het / grootte de
liesma – vlam de / vuur het
liesmot - vlammen
lieta - zaak de
lietains - regenachtig
lietas - spullen de (pl)
lietas: mazas lietas - rommeltjes de
lietderīgs - doeltreffend / nuttig
lietošana – gebruik het
lietot – toepassen / gebruiken
lietus - regen de
lietus caurule - regenpijp de
lietusmētelis - regenjas de
lietussargs - paraplu de
Lietuva - Litouwen
līgava – bruid de
līgavainis – bruidegom de
līgums – overeenkomst de / contract het
ligzda - nest het
līķis – lijk het
likme – tarief het
likt - leggen
likumīgs – legaal
likums – wet de
likvidēt - afschaffen
lilija – lelie de
līme - plaksel de
plāns - plan het
līmenis – niveau het
līmeņrādis - waterpas de
līmēt - plakken
līmlente - plakband het
lineāls - liniaal de
līnija - lijn de
lipīgums – adhesie de / plakkerigheid de
lodalva – soldeersel het
lode – kogel de
lodīšu pildspalva - ballppoint de / balpen de
lodveidīgs - rond
logi -
ramen de (pl)
logs - raam het
lokans – soepel / flexibel
lolot - koesteren
ļoti – heel , erg
ļoti šķaudīt – proesten / flink niezen
lūdzu! – asjeblieft / alstublieft
lūgšana – gebed het
lūgt – vragen / verzoeken
lūgums – verzoek het
lūpa – lip de
lupata – vod het / lap de
lūpu krāsa - lippenstift de
lutināt - verwennen
lūzums – breuk de
māceklis – leerling de
mācība – les de
mācības – instructie de
mācīt – onderwijzen / leren
mācīties - studeren / leren
mağija – magie de / tovenarij de
maiga gaisma - zacht licht
maigs - zacht / aardig
maijs - mei
maiņa – verandering de / wisselen het
mainīgs -
wisselvallig
mainīt - veranderen
mainīt virzienu - omkeren
maisījums – mengsel het
maisīt – mengen
maiss – zak de / tas de
maize - brood het
maiznīca - bakkerij de
maiznieks - bakker de
māja – huis het
mājas - thuis
mājdzīvnieks - huisdier het
mājiens – toespeling de / hint de
majors – majoor de
mākleris – makelaar de
mākoņains - bewolkt
mākoņi - bewolking de
mākonis - wolk de
maks – portemonnee de / beurs de
maksā : cik tas maksā? - hoeveel kost het ?
maksājams - betaalbaar
maksāt - betalen
maksimāls - maximaal
maksimums – maximum het
makšķerēt - hengelen / vissen
māksla - kunst de
mākslīgs - kunstmatig
māksliniecisks – artistiek / kunstzinnig
mākslinieks - kunstenaar de
maksts – vagina de
malā – naast
maldināšana – bedrog het
maldināt – misleiden
maldīšanās – dwaling de / waanvoorstelling de
malks – teug de
māls – klei de /
leem de
man – aan / voor mij
manāms - voelbaar
mandāts – opdracht de / mandaat het
manevrēt – manoeuvreren
manevrs – manśuvre de
manifestācija – manifestatie de
manikīrs – manicure de
manipulācija – manupilatie de
mānīšana – grap de / bedrog het
mans – mijn / van mij
manta – eigendom het / bezit het
māņticība – bijgeloof het
māņticīgs – bijgelovig
mantija – mantel de
mantinieks – erfgenaam de
mantkārīgs – gulzig / hebzuchtig
mantojums – erfenis de
mantot – erven
margarīns – margarine de
margas – reling de
markas - postzegels de
marmelāde – marmelade de
marts - maart
masa – massa de
māsa – zus de / verpleegster de
masalas - mazelen de
māsasdēls – neef
(kind van zus) de
māsasmeita – nicht ( kind van zus) de
māsasvīrs – zwager (broer van man) de
masāža – massage de
masēt – masseren
māsīca – nicht ( kind van oom of tante) de
māsīca – nicht de
mašīneļļa - motorolie de
māte – moeder de
matemātika – wiskunde de
matemātisks – wiskundig
mātes – moederlijk
matēts - dof
mati – haar het
mati: brūni mati – bruin haar het
mati: gaiši mati – blond haar het
mati: gari mati – lang haar het
mati: īsi mati – kort haar het
mati: rudi mati – rood haar het
matracis - matras de
mats – (haar)lok de / pluk haar de
matu galiņi - pieken de
matu ķemme - haarborstel de / kam de
mauriņš - gazon het / grasperk het
maurs – groen het
maz - weinig
mazais pirkstiņš - pink de
mazāk – minder
mazākais – kleinste
mazāks – minder / kleiner
mazbērns – kleinkind het
mazbērnu novietne – kinderopvang de
mazdēls – kleinzoon de
mazgājamais cimds - washandje het
mazgājams - wasbaar
mazgāšana – wassen het
mazgāt - afwassen / wassen
mazgāties – zich wassen
mazliet tālāk - een stukje verderop
mazmeita – kleindochter de
mazs - klein
mazspēja - onbekwaamheid de
mazulis – baby de / kindje het
mēbele – meubelstuk het
mēbeles – meubilair het / meubelen (pl) de
mēbelēt – meubileren
medicīnisks –
medisch / geneeskundig
medikaments – geneesmiddel het / medicijn het
medīt – jagen
medmāsa – verpleegster de
medus – honing de
medus mēnesis - huwelijksreis de
medūza- kwal de
mēģinājums - poging de
mēģināt – proberen / trachten
mehāniķis – monteur de
mehānisks - mechanisch
meistarība – vakmanschap de
meistars – vakman de
meita – dochter de
meitene – meisje de
meklēšana - zoektocht de
meklēt - zoeken
mēle - tong de
meli – leugen de
melīgs – leugenachtig
melis – leugenaar de
melnkoks – ebbenhout
melns – zwart
melodija - melodie de
melone - meloen de
melot – liegen
menedžeris – manager de
mēnesis - maand de
mēnesis : ik mēnesi - maandelijks
mēness - maan de
mēnessērdzīgais – slaapwandelaar de
meningīts – hersenvliesontsteking de
menstruācija – menstruatie de
mēraukla – maat(staf) de
mērce – saus de / dressing de
mērcēt – weken / bevochtigen / drenken
mērens - matig
mērītājs – meter de
mērkaķis - aap de
mērķis - bedoeling de / doel het
mērogs – schaal de
mērs - burgemeester de
mēs – wij / we
mēsli - poep de
mest – gooien / werpen
metafora – beeldspraak de
metāls – metaal het
mētelis - jas de
metiens – worp de
metode – werkwijze de / manier de / methode de
mezgla punkts - knooppunt het
mežonīgs – wild / woest
mežs - bos het / woud het
mežzinis - boswachter de
miegains – slaperig
miegs – slaap de
miera laiks -
vredestijd de
miera spēks - vredeskracht de
mierīgas - vredelievend
mierīgs - kalm / rustig
mierinājums – troost de / balsem de
mierināt - troosten
miers - vrede de
miesassargs – lijfwacht de / bodyguard de
miesnieks – slager de
miga – hol het
migla
- mist de
miglains
- mistig
migrēna – migraine de
mīkla – raadsel het
mīkstais - bandenpech de
mīksts - zacht
mīlestība - liefde de / verliefdheid de
mīlēt - houden van
miljonārs – miljonair de
mīļotā - vriendin (liefde) de
mīļotais – geliefd / dierbaar
mīļotais - vriend (liefde) de
mīļš – lieveling de / schat de
milti - bloem de(meel)
milti - meel het (sg)
mīlu!: es tevi mīlu! - ik hou van jou
mīlulis - schat de
mīlulis - schat de / huisdier het
milzīgs – reusachtig / enorm
minējums – raden / vermoeden / veronderstellen
minerālūdens – mineraalwater het
minēt - raden / noemen
minūte - minuut de
mirdzēt – flonkeren / schitteren / blinken
mirdzums – glans de / schittering de
mirgot – flikkeren / fonkelen / schitteren
miris - gestorven
mirstība – sterftecijfer het / sterfelijkheid de
mirstīgais – sterfelijk / dodelijk
mirt - doodgaan
mirušais – dode de / overledene de
misēklis
– fout de / balen / shit
misija – missie de / opdracht de
misiņš – koper het
mistiķis – mysticus de
mīt – treden
miteklis – verblijf het / verblijfplaats de
mītisks – mythisch
mitrs – nat / vochtig
mitrums – vocht het / nattigheid de
miza -
bast de
mobilais
- gsm de
mocīt – kwellen
modernizēt – moderniseren
modināt - wekken
modrība- waakzaamheid de
mokas – kwelling de / lijdensweg de
molekula – molecuul het
moments – moment het
monarhija – monarchie de
monēta – munt de
montieris – monteur de /
installateur de
mošeja – moskee de
mosties - wakker worden
motelis – motel het
motivācija – motivatie de
motora bojājums – motorpech de
motoreļļa - olie de
motorlaiva – motorboot de
motors – motor de
muca – ton de
/ vat het
mudināt – aansporen / aandringen
mudžēt – krioelen / wemelen
mugura – rug (=back) / ruggegraat
(=spine)
muiža – landgoed het
muižniecība – adel de
mūķene – non de / zuster de
mūks – monnik de
mukšana – slaapbank de
muļķības - onzin de
muļķīgs - maf / stom
muļķigs: kā muļķigs - hoe dom
muļķis – dwaas de / mafkees de
mums – aan / voor ons
mundrs - parmantig / kwiek
munīcija – munitie de
mūris - muur de
muša – vlieg de
muskulis - spier de
muskulis – spier de
mute - mond de
mutes – mondeling / oraal
mutes skalojamais ūdens - mondspoeling de
muzejs - museum het
mūžība – eeuwigheid de
mūžīgs - eeuwig
mūzika - muziek de
nabadzība – armoede de
nabadzīgs – arm
nacionālisms – nationalisme het
nacionālists – nationalist de
nagla - spijker de
nags - nagel de
naidīgums – vijandigheid de / vijandschap de
naids – haat de / vijandschap de
nākamā diena - de volgende dag
nākamais - volgend
nākotne – toekomst de
nākt - meekomen
nakti :ar labu nakti! - goedenacht
nakts - nacht de
naktsmājas ar
brokastīm - logies en ontbijt
namdaris – timmerman de
narcise
–narcis de
nāsenis – nasaal
nāss - neusgat het
nauda - geld het
naudas maciņš - portemonnee de
naudas sods - bekeuring de
nav – niet
nav tīrs - ongepoetst
nāve - sterfgeval het / overlijden het / dood de
nāvīgs – dodelijk / sterfelijk
nazis - mes het
nē - nee
ne uztraukties - zich geen zorgen maken
ne viens – geen (een) / niemand
neapdomāts – wild / roekeloos
neapdomīgs – onbezonnen
neapmierināts -
ontevreden /gefrustreerd
neaprakstāms – onbeschrijfelijk
neapstrādāts – rauw / ruw
neapstrīdams – onbetwistbaar / buiten kijf
neapzinās - niet bewust van
neārstējams – ongeneeslijk
neatkarība – onafhankelijkheid de
neatkarīgs - zelfstandig
neatlaidība – vasthoudendheid de /
doorzettingsvermogen het
neatminams – onheuglijk
neatzīt – ontkennen / afwijzen
nebūt – niet zijn
necaurredzamība – ondoorzichtigheid de
necieņa – respectloosheid de
necilvēcīgs – inhumaan / onmenselijk
nedaudz - wat
nedeļa - week de
nedēļa: katru nedēļu - wekelijks
nedrošs – onveilig
nedzirdams - stil
neērts - onhandig
negaiss – onweer het
negodīgs - gemeen
negribīgs – afkerig / ongenegen
neiecietība –
overdraagzaamheid de / intolerantie de
neierašanās – afwezigheid de
neierasties – afwezig zijn / wegblijven
neieredzēt – een hekel hebben aan
neierobežots – onbeperkt / ongelimiteerd
neiespējamība – onmogelijkheid de /
onwaarschijnlijkheid de
neiespējams – onmogelijk / onwaarschijnlijk
neievērot – negeren
neizdoties - mislukken
neizteiksmīgs - kaal
nejauks - akelig
nejauks zieds - rotbloem de
nejaušs – willekeurig / toevallig
nejaušs persona - iemand
nekaitīgs - onschadelijk
nekas – niets
nekavējoties - meteen
neķītrs – onzedelijk / obsceen
nekur – nergens
nekustīgs – onbeweeglijk
nelabojams - onherstelbaar
nelabums - misselijkheid de
nelabvēlīgs – ongunstig
nelaime :
liela nelaime - ramp de
nelaimes gadījums – ongeval het
nelaimīgs – onfortuinlijk / ongelukkig
neliela brīze - briesje het
neliels – klein
nelietis - boef de
nelikumīgs – onwettig / illegaal
nemateriāls – immaterieel / onstoffelijk
nemaz – helemaal niet
nemēbelēts - ongemeubileerd
nemierīgs - druk / onrustig
ņemt - nemen / opnemen / pakken
nenodarbināts – werkeloos / niet bezig
nenoteikts - vaag
nenovēršams – onvermijdelijk / onontkoombaar
nepacietība - ongeduld het
nepacietīgs – ongeduldig
nepārdomāts - voorbarig
nepareizs - onjuist
nepārtraukts - doorlopend
nepatiess – onwaar / vals
nepatika - afkeer de
nepatīkams - onaangenaam / vervelend
nepazudīs - verloren gaan
nepieciešamība – noodzaak de / noodzakelijkheid de
nepieciešams - verplicht
nepieklājīgs – ongepast / onfatsoenlijk
nepiekrišana – afkeuring de / afwijzing de
nepiekrist – het oneens zijn / het niet eens zijn
nepietiekams - onvoldoende
nepilnīgs – onvolledig / incompleet
nepilns – onvolledig / incompleet
neprecīzs – onnauwkeurig
neredzams – onzichtbaar
neregulārs - onregelmatig
nerūsējošs tērauds – roestvrij staal het
nervozs – zenuwachtig /nerveus
nervs - zenuw de
nesaprātīgs - onverstandig
nesaprotams - onbegrijpelijk
nesaprotu: es nesaprotu - ik
begrijp het niet
nešaubīgs – stilzwijgend / impliciet /zeker
nesaudzīgs – meedogenloos
nesen – onlangs / recent(elijk)
neskaidrība – vaagheid de / onduidelijkheid de
neskaidrs – onduidelijk / vaag
neskaita: ja neskaita - uitgezonderd
neskaitāms – talloos / talrijk
neskatoties uz - niettegenstaande
nešķirot – klonteren / over een kam scheren
nespēcigs – zwak / machteloos
nespēja – onvermogen het / onbekwaamheid de
nespējīgs – onbekwaam / ongeschikt
nest - dragen
nestabilitāte – instabiliteit de
netaisnība – onrecht het / onrechtvaardigheid de
netaisns - onredelijk
neticams - ongelofelijk
netīrs – vuil / vies / smerig
netīšs - onopzettelijk
neuzmanīgs – onoplettend / zorgeloos / nonchalant
neuzticams – onbetrouwbaar / ongeloofwaardig
neuzticēties – wantrouwen
nevainība – onschuld de
nevainīgs – onschuldig / kuis
neveikls – onhandig / lomp / onbeholpen
neveiksme - storing de
neveiksmīgs – ongelukkig / onfortuinlijk
nevērtīgs – waardeloos
neveselīgs - ongezond
nevesels – ongezond
neviens – geen / niemand
nežēlība – wreedheid de / meedogenloosheid de
nežēlīgs – wreed / meedogenloos
nezināšana – onwetendheid de
nezinu: es nezinu - ik weet het niet
nianse – nuance de
nicināšana – minachting de / verachting de
/ misprijzen het
nicināt – verachten / minachten
Nīderlande (Holande) -
Nederland (Holland)
niecīgs – miniem / klein / onbeduidend / triviaal
niedres – rietje het
niekoties – spelen / treuzelen
nievājums – minachting de / dedain het
nievas – hoon de / spotternij de
nievas lamāties
– uitschelden
nievāt - verachten
nieze – jeuk de
niezēt – jeuken
niķelis – nikkel het
nikns – woest / furieus
nīkoļut – wegkwijnen / verkommeren
ņiprs – kwiek / levendig
ņirgāšanās – bespotting de / spot de
ņirgāties - uitlachen / bespotten
ņirgt - grinniken
nirt – duiken
no – van
noapaļot – afronden / ronden
nobālēt- bleek worden
nobažījies – ongerust
nobiedēt - verschrikken
nobijies - verschrikt
nocelt - halen
nodaļa – afdeling de / hoofdstuk het
nodarbināts – bezig / in dienst
nodarbošanās – beroep het / baan de
nodarboties ar kontrabandu - smokkelen
noderīgs – bruikbaar / nuttig / handig
noderīgs : kas ir ļoti noderīgs - dat komt
goed van pas
nodibināt – vestigen / opzetten
nodoklis – belasting de
nodoms – bedoeling de / voornemen het / doel het
nodot – overhandigen
nodrošināt - verstrekken / zeker stellen
nodrošināt – voorzien van / verschaffen
nogalināt – doden / vermoorden
nogaršot – proeven / uitproberen
noģībt – flauwvallen
nogriezt – afsnijden / snoeien
nogrimt – zinken
nogurdināt – uitputten / vermoeien
nogurdinošs – vermoeiend /
vervelend / afmattend
noguris - moe
nogurums – vemoeidheid de / moeheid de
noindēt - vergiftigen
nokāpt no kuğa - van boord gaan
nokaunējies – beschaamd
nokavēšanās – vertraging / te laat zijn
noklīst – dwalen / verdwalen
noklusēt – stilhouden / geheimhouden
nokrist - vallen
nolādēt - vervloeken / schelden
nolemt – beslissen / besluiten / bepalen
nolidot – fladderen
noliegums – ontkenning de
noma – verhuren het / huur de
nomainīšana – vervanging de
nomākšana – onderdrukking de
nomaļš – afgelegen
nomest - naar beneden gooien
nomierināt – kalmeren / tot rust brengen
nomirt – sterven / overlijden
nomocīties – zwoegen / ploeteren
nomodā - wakker
noņemt – verwijderen
nopietns - ernstig
nopostīt – verwoesten / uitwissen / vernielen
norādījums – aanwijzing de / instructie de
norādīt - aanduiden
noraidīt – verwerpen / afwijzen
norgriezt - afsnijden
norīkot – benoemen / aanwijzen / bevelen
norma – norm de
normāls - gewoon / normaal
norūpējies – ongerust / bezorgd
nosarkt - kleuren /
een kleur krijgen
nosaukums – titel de / term de / benaming de
nosebojies – verlaat / laat
noskaidrot – verhelderen
noskatīties – waarnemen / kijken naar
nošķirt – afzonderen / apart zetten
noskūpstīt - kussen
noskūties – (zich) scheren
noslēgt – bezegelen / de knoop doorhakken
noslēgt līgumu – tot een overeenkomst komen
noslēpumains – mysterieus / geheimzinnig
noslēpums – geheim het
noslēpumu: pastāstīt noslēpumu -
verklappen
nosodīšana – veroordeling de
nospiedums – afdruk de / stempel de /
merk(teken) het
nospiest – drukken / (samen)persen /
nošūt – naaien / borduren
nosūtīt – (ver)sturen / (ver)zenden
notārs – notaris de
noteikt – vaststellen / bepalen / definiëren
noteikti - vast /zeker
noteikts – vastgesteld / zeker
notikt - gebeuren
notikums - tafereel het / gebeuren het
notraipīts - bevuild
noturīgs – bestendig / standvastig
novads – gebied het
novājēt – vermageren
novārdzināt – uitputten
novēlošanās – vertraging / te laat zijn
novembris - november
novērst – verwijderen / afwenden
novērtēt – inschatten / evalueren
novietojums – plaats de / locatie de / ligging
de
novietot – parkeren / plaatsen
novilcināt – vertragen / uitstellen
novilkt - uittrekken
novirze - variatie de / afwijking de
nozagt – stelen
nožēlojams – ellendig / armzalig / miserabel
nožēlot – betreuren / berouwen
noziedznieks – crimineel de / misdadiger de
nozīme – betekenis de
nožūt – drogen / opdrogen
nu – nu
nūja – knuppel de / stok de / slaghout het
nulle – nul
numura zīme - nummerbord het
objektīvs – lens de
objektīvs – objectief / onpartijdig
obligāts - verplicht
oficiāli – officieel
oficiāls – officieel
okeāns – oceaan de
oktobris - oktober
okupācija – bezetting de / beroep het
okupants – bezetter
ola - ei het
olīva – olijf de
omārs – kreeft de
onkulis – oom de
operācija – operatie de
oranžs – oranje
organizācija – organisatie de
orkāns – orkaan de
ortodoksāls – orthodox
oscilēt - oscilleren
osta - haven de
ota - verfkwast de
otrais – tweede
otrdiena - dinsdag
otrs – een ander / anders
ovāls – ovaal / ovaal het
ozols - eik
paātrinājums – versnelling de
paaudze – generatie de
paaugstinājums – verheffing de / promoten het
/ podium het
paaugstināt – verhogen / promoten
pabeigt – voltooien / afmaken
pabeigt darbu - afhandelen
pacelt - oprapen / optillen / (omhoog) steken
pacients – patiënt de
pacietība – geduld het
pacietīgs – geduldig
paciņa maza - pakje het
paciņa - pakje het
padarīt – maken / (terug/over)geven
padēls – stiefzoon de
padevīgs – onderdanig / onderworpen
padoms - consult het / advies het
padoties – zich overgeven
padsmitnieks – tiener de
paduse - oksel de
padziļinājums – nis de/ uitsparing de
paēdis – genoeg / zat
pagaidām - voorlopig
pagaidu – tijdelijk / voorlopig
pagājis – gepasseerd / verstreken
pagājušais - afgelopen
pagarināšana – verlenging de
pagarināt – verlengen / prolongeren
pagasts – gemeente de
pagrieziena rādītājs – richtingaanwijzer de
pagriezt - zich omdraaien
pagrūst –duwen
pajumte – onderdak het / beschutting de
paka – pakket het / pakje het
pakaiši – strooisel het
pakalns - heuvel de
pakalpojums - dienst de
pakāpiens – stap de / trede de / sport
(van ladder) de / tree de
pakārt - hangen
paklausība – gehoorzaamheid de
paklausīgs – gehoorzaam
paklausīt – gehoorzamen
pakļauties - gehoorzamen
paklupt – struikelen / strompelen
palags - laken
paļaušanās – vertrouwen het
paldies! - dank je
palēciens – sprong de / sprongetje het
palīdzēt – helpen
palīdzība – hulp de
palielināt - vermeerderen
palielināties – toenemen / groter worden
Palīgā! - Help!
palīgs – assistent de / helper de
palikt – blijven
pālis – paal de ( in water) / heipaal de
palūrēt - gluren
pamāte – stiefmoeder de
pamatīgs – grondig / solide
pamatotība – geldigheid de
pamats - grond de / basis de
pamazināt – verminderen / reduceren
pameita – stiefdochter de
pamosties - wakker worden
panākt
- bereiken
pampt – zwellen
panika – paniek de
paniņas – karnemelk de
panna - koekenpan de
panorāmas rats - reuzenrad het
pantiņš - couplet het
pants – strofe de
papagailis - papegaai de
papēdis - hiel de
papildinājums – aanvulling de / supplement het
papildu - extra / nog
papīrs - papier het
paplašināt – uitbreiden
paprika - paprika de
papuve – braakliggend land
het
par - over / van
par laimi – gelukkig
par velti - gratis
parāde - optocht de / stoet de
parādīt – tonen / laten zien
parādīties - te voorschijn komen / verschijnen
paradoksāls – paradoxaal
paradokss – paradox de
pārāks – superieur
paraksts – handtekening de
paralīze – verlamming de
parastā - gewoon
parasti - meestal
parasts – normaal / gebruikelijk
paraut – rukken / trekken
pārbaude – inspectie de / test de / proef
de
pārbaudīt – controleren / inspecteren / examineren
/ testen
pārbūvēt - herbouwen
pārceļotājs – migrant de
pārcelt – overbrengen (over water) / vervoeren
pārcelties – roeien / oversteken (water) / trekken
pārdevējs – verkoper de
pārdomas – reflectie de / overdenking de
/ bezinning de
pārdošana – verkoop de
pārdot - verkopen
pārdrošs – stoutmoedig / roekeloos
pārdzīvot – doorstaan
paredzēt – antciperen / voorzien
pareģošana – voorspelling de
pareģot – voorspellen / waarzeggen
pareizs - correct / juist
pareizs rakstiski – spellen / correct schrijven
pāreja – doorgang de / overtocht de
pārejas vecums – overgang de
pārejiet pie - op stap gaan
pāri – over
pāris – paar het / koppel het
pārkāpt – overtreden / schenden
pārkāpums – overtreding de
pārklāta ar - onder
parks - park het
pārlādēt – overladen / overbelasten
parlaments – parlement het
pārliecība – overtuiging de /vertrouwen het
pārliecināšana – overreding de /
overtuiging de
pārliecināt – overtuigen / overhalen
pārliecināts - zelfbewust / zeker
pārmērība – onmatigheid de /
overtolligheid de
pārmērīgs – buitensporig / overmatig
pārnesumi - versnelling de
parodija – parodie de
pārpilnība – overvloed de / overdaad de
pārprast – misverstaan / verkeerd begijpen
pārpratums – misvatting de / misverstand het
pārraut – breken / doorbreken
pārrēķināšanās – misrekening de
pārsējums – verband het / zwachtel de
pārsiet – verbinden
pārskatīšanās – vergissing de
pārskats – overzicht het / samenvatting de
pārslēgt – schakelen / omschakelen / overschakelen
pārslodze – overbelasting de
pārsniegt – overschrijden / overtreffen
pārspīlēšana – overdrijving de
pārstāvēt – vertegenwoordigen / representeren
pārstāvība – vertegenwoordiging de
pārstāvis – vertegenwoordiger de
pārsteidzība – roekeloosheid de /
onbezonnenheid de
pārsteidzīgs – roekeloos / onbezonnen
pārsteidzošs - wonderlijk
pārsteigt – verrassen / verbazen
pārsteigts - verbaasd
pārsteigums – verrassing de / verbazing de
pārsūtīt – overdragen / overbrengen
pārtaisīšana – verandering de / wijziging de
pārtika – voedsel het / levensmiddelen de
pārtikas veikals – kruidenier(swinkel) de
pārtraukt – onderbreken / stoppen
paruna – spreekwoord het / gezegde het
pārvadāt – vervoeren / overbrengen
pārvaldīt - besturen
pārveidot – veranderen
/ transformeren / omzetten
pārvietojams - verplaatsbaar
pārvietot - verplaatsen
paša - eigen
pasaule - wereld de
pase – paspoort het
pases foto – pasfoto de
pasīvs - passief
paskaidrot – toelichten / uitleggen / verklaren
pašlaik – op dit moment / nu
paslēpes - verstoppertje spelen
pašnāvība – zelfmoord de
pašnāvības - suďcidaal
pasniegt - overhandigen
pastaiga – wandeling de
pastāstīt noslēpumu - verklappen
pastāvēt - bestaan
pastāvīgi - steeds
pastāvīgs - aanhoudend / permanent
pastiprināt – versterken / intensiveren
pastmarkas – postzegels de
pastnieks – postbode de
pasts - postkantoor het
pasūtīt - bestellen / boeken
pasvītrot - benadrukken
pat - zelfs
patapināt - lenen
pateicība – dankbaarheid de
pateicīgs - dankbaar
pateikties – bedanken / danken
patērēšana – consumptie de / verbruik het
patēvs – stiefvader de
patiesi – allemaal / warempel
patiesība – waarheid de
patiesīgs - waar
patiess - waar
patīkami - gezellig
patīkams - aangenaam / sympathiek
patikt - fijn vinden / houden van
pats - zichzelf / zelf
patskanis – klinker de
paturēt - houden
patvērums – asiel het
/ toevlucht de / schuilplaats de
paugurs - heuvel de
pavadītājs - begeleiden
pavārs – kok de
pavasaris – lente de
paveikt – volbrengen /
voltooien / tot stand brengen
pavest – verleiden liften
pāvests – paus de
paviršs – oppervlakkig / cursorisch
pāvs – pauw de
pazeme – onderwereld de
pazemīgs - nederig
paziņa – kennis (persoon) de
paziņojums - bericht het / verklaring de
pazīt
– herkennen / kennen
paziņot - mededelen
pēc - na
pēc atvaļinājumu sezonas - naseizoen het
pēcnācējs – nakomeling de /
afstammeling de
pēda - voet de
pedālis – pedaal het
pēdas – spoor het / voetspoor het
pēdēja laikā - de laatste tijd
pekle – hel
peklē – in de hel
pēkšņi - ineens / plotseling
pēkšņs - plotseling
peldbaseins - zwembad het
peldcepure - badmuts de
peldēt - zwemmen
peldmētelis - badjas de
pele - muis de
pelējums – schimmel de / mal de
pelēks - grijs
peles paliktnis - muismat de
pelnīt - verdienen
pelnu trauks - asbak de
peltmētelis - badjas de
penis – penis de / piemel de
pensija – pensioen het
perējums – broedsel het
perēt - broeden / nestelen
perētāja – kloek de
perforēt – perforeren / doorboren
pērkona negaiss - onweer het
pērkons – donder de
persiks - perzik de
persona - persoon de
personāls – personeel het / staf de
personas apliecība - identiteitskaart de
personība – persoonlijkheid de / karakter het
perspektīva – perspectief het / vooruitzicht het
pērt - afranselen
pērtiķis - aap de
perversija – perversie de
pesimisms – pessimisme de
pesimistisks - pessimistisch
pētījums – onderzoek het
pētīt - onderzoeken
photo – foto de
pidžama - pyjama de
pie – op / bij
pieaugums – toename de / groei de
pieaugušais – volwassene de / volwassen
piebāzt - proppen
piebilst – toevoegen / opmerken
pieci – vijf
piedalīties – deelnemen / meedoen
piedāvājums – aanbod het / bod het
piedāvāt – bieden / aanbieden
piedegt - aanbranden
piederēt - vallen onder
piederība – lidmaatschap het
piedienīgs - netjes
piedošana - pardon
piedot - vergeven
piedurkne – mouw de
piedzēries - dronken
piedzimšana – geboorte de
piedzimt – geboren worden
piedzīvot - meemaken
pieeja – benadering de / toegang de
pieejams – toegankelijk / beschikbaar
piegādāt – leveren / voorzien
piegarša – kruiden / smakelijk maken
piekāpīgs – inschikkelijk / meegaand
piekāpties – toegeven
piekaramā atslēga - hangslot het
pieķeršanās –
genegenheid de / aanhankelijkheid de
pieklājība – beleefdheid de / hoffelijkheid
de
pieklājīgs – beleefd / hoffelijk / vriendelijk
piekļauties – kleven / zich vastklampen
piekrāpt – oplichten / bedriegen
piekraste - kust de
piekrišana – instemming
de / toestemming de
piekrist – instemmen / overeenkomen / het eens worden
piektdiena - vrijdag
piekvēpis – rokerig / beroet
pielādēt – laden
pielāgot – aanpassen / geschikt maken
pieļaujamā ātruma
pārsniegšana – snelheidsovertreding de
pieļaujamais – toelaatbaar
pieļaujams –
toelaatbaar / aanvaardbaar acceptabel
pieļaut – toestaan
pielietojams – toepasselijk
pielikt – toevoegen / bijvoegen
pielikums – bijlage de
pielīmēt - plakken
piemaksa – premie de
piemānīt - oplichten / bedriegen
piemēram - bijvoorbeeld / zoals
piemērots - toepasselijk
piemērs – voorbeeld het
piemineklis – monument het
pieminēt – noemen / vermelden
piena krūzīte - melkkannetje het
pienācīgs - fatsoenlijk / goed / juist
pienākums – plicht de / verplichting de
pieņemams – aanvaardbaar / acceptabel
pieņemt – nemen / aannemen
pieņēmums – aanname de / veronderstelling de
piens - melk de
pieprasījums – vraag de / verzoek het
pieprasīt - opeisen
piepūšamais matracis - luchtbed het
pierādīt – aantonen / bewijzen
piere – voorhoofd het
pieredze – ervaring de
piesardzība – voorzorg de / voorzichtigheid de
piesardzīgs – voorzichtig / behoedzaam
piesārņojums – vervuiling de /
verontreiniging de
piesātinājums – verzadiging de / saturatie de
pieskāriens – aanraking de
pieskarties - aanraken
piespiest – dwingen / forceren
piestiprināšana – gehechtheid de / bijlage de
piestiprināt - aanhechten / vastmaken
pieticīgs – bescheiden / ingetogen
pietiekami - genoeg
pietiekams – voldoende / toereikend / genoeg
pietura – halte de
pietvīkums – blozen het / stroom de
(flush)
pievienot - toevoegen
pievienoties - meedoen
pievilcība - aantrekkelijkheid de /
aantrekkingskracht de
pievilcīgs – aantrekkelijk / attractief
pievilt - teleurstellen
piezīme – opmerking de / voetnoot de
pikants - gekruid
pildspalva - pen de
pīle - eend de
pilna vārda - volle naam de
pilnība – volheid de / volledigheid de /
volmaaktheid de
pilnīgi - helemaal
pilnīgs – geheel / compleet / volledig
pilns - vol
pilnvara – machtiging de / volmacht de
pilnvarot – machtigen
pilots - piloot de
pils - burcht de / kasteel het
pilsēta - stad de
pilsone – mevrouw
pilsonība – nationaliteit de / burgerschap het
pilsonis – meneer / mijnheer
pipargurķītis - augurk de
pipari - peper de
piparmētra – pepermunt de /
munt de
pirksts – vinger de
pirkt - kopen
pirkums - aankoop de
pirmā palīdzība - eerste hulp de
pirmais - eerste
pirmajos gados - jeugd de / eerste jaren de
pirmdiena - maandag
pirms - voor / geleden
pirmsskolas vecuma bērns – kleuter de
pistole – pistool het / revolver de
pisuārs – urinoir het
plaisa – scheur de / gat het / barst de
plakāts - poster de
planēta - planeet de
plānot - plannen
plāns - dun / plan het
pļāpāšana – kakelen het / babbelen het
pļāpāt - babbelen
plašs – breed / uitgestrekt
plastmasa - plastic het
platīna – platina het
plats - breed
platums – breedte de
plauksta - hand de / handpalm de
plaukt - bloeien
plaukts – plank de
plauša - long de
pļava - grasveld het
plecs – schouder de
plecu šalle – sjaal de / omslagdoek de
plēst – scheuren / breken
plikgalvains - kaal
pliķis – slaan / een klap geven
pliknis – naakt / bloot
plikpaurains - kaal
plīsums – scheur de / spleet de
plīts –kachel de / fornuis het / haard de
plīts virsma - kookplaat de
plosīties – woeden / razen
plūdi – vloed de / overstroming de
pludmale – strand het
plūkties - kijven
plūsma – stroom de / stroming de
plūst - stromen
plūstošs – stromend / vloeiend
pods – pot de
poētika – poëzie de / dichtkunst de
poga – knop de
policija - politie de
policija birojs - politiebureau het
policijas automašīna - politieauto de
Polija - Polen
politika – politiek de / beleid het
polsterēt – bekleden / stofferen
ponijs – pony de
popularitāte – populariteit de
porcija – portie de
portāls - portiek het
portfelis – portefeuille de /
portfolio de
portrets – portret het
postošs – desastreus / rampzalig
posts – plaag de / ramp de
/ ellende de
potēt – enten / inenten
poza – houding de
praktisks – praktisch
prasība – vereiste het/de / eis de
prasīt atpakaļ - terugvragen
prasme – bekwaamheid de / vaardigheid de / vakmanschap
het
prasmīgs – bekwaam / bedreven
pratināšana – ondervraging de / verhoor het
prāts - geest de
prāvs – aanzienlijk / omvangrijk
preces - waar de
precēties – trouwen / huwen
precizēt – verduidelijken / specificeren
precizitāte – nauwkeurigheid de / precisie de
precīzs - precies
prēmija – premie de / bonus de
prese – pers de
prestižs – prestige het / aanzien het
pret - tegenop
pretēji – tegen
pretējs - tegengesteld
pretestība – weerstand de / verzet het /
oppositie de
pretīgs – weerszinwekkend / afstotelijk /
aanstootgevend
pretinieks – tegenstander de / opponent de
pretoties – weerstand bieden aan /zich verzetten / weerstaan
preventīvs – preventief
prezervatīvs - condoom het
priecāties - zich verheugen
priecīgs – vrolijk / blij
priekā - gezondheid /
proost
prieks - blijdschap de
priekš- voor
priekšā – voor(uit)
priekšā viņam- voor zich uit
priekšējā stikls - voorruit de
priekšlikums – voorstel het
priekšmets – object het / voorwerp het / ding het
/ artikel het
priekšpilsēta – voorstad de / buitenwijk de
priekšrocība – voordeel het
priekšvārds – voorwoord het / inleiding de
priesteris - pastoor de
prievārds – voorzetsel het / prepositie de
prioritāte – prioriteit de / voorrang de
problēma – probleem het
procenti – rente de
produktīvs - productief
produkts – product het
profesija – beroep het
profesionāls - professioneel
profesors – professor de
prognozēt - voorzien / voorspellen
projām - weg
projekcija - projectie de
projektēt – ontwerpen / projecteren
prokurors – aanklager de / officier van justitie
proporcionāls – proportioneel /
evenredig
prostitūcija – prostitutie de
prostitūta – hoer de /
prostitué(e) de
protams - in ieder geval / natuurlijk
protams - zeker / vast
protēze (zobu) - kunstgebit het -
proti - namelijk / wel te verstaan
prototips – prototype het
provinces - provinciaal
provocēt – provoceren / uitlokken
prožektors (automašīnas) -
prozit - gezondheid / proost
psihiatrija – psychiatrie de
psihiatrs – psychiater de
psiholoģisks - psychologisch
psihologs – psycholoog de
pubertāte – puberteit de
publicēt - publiceren
pūce – uil de
pūcēns - uilskuiken het
pudele – fles de
pudeļu attaisāmais -
flesopener de
puķis - vlieger de
pukstēt – kloppen / pulseren
puķu dobe - bloembed het
pūlis – menigte de / massa de
pulkstenis – klok de
pulkstenīte - grasklokje het
pulveris – poeder het / buskruit het
pumpis – (opblaas)pomp de
punkts – punt het
puns - buil de
pupa – boon de
pupiņa - boon de
puravs - prei de
purvs – moeras het
pus - half
pusaudzis – puber de
pusbrālis –halfbroer de
pusdienas – middageten het
puse – helft de
pusmāsa – halfzus de
pusmetrs - halve meter
pusmūža krīze – midlife crisis de
pusmūža vecums – middelbare leeftijd de
pusnakts – middernacht (de)
pūst – blazen / waaien
putekļi - stof de
putekļu birste - stofveger de
putekļu lupata - stofdoek de
putekļusūcējs - stofzuiger de
putekšņi - stuifmeel het
pūtīte – pukkel de / puistje het /
acne de
putns - vogel de
putnu ligzda - nest het
PVN - BTW de
racionāls – rationeel / verstandelijk
radi – verwanten de
radījums – schepsel het / wezen het
radikāls – radicaal / drastisch
radiopārraide – uitzending de
radīšana – schepping de
rādīt – laten zien / tonen / wijzen naar
rādītājpirksts – wijsvinger de
radniecība – verwantschap de / affiniteit de
radniecīgs - verwant
rafinēt – zuiveren / raffineren / verfijnen
ragana – heks de
rags – hoorn de / gewei het
raidīt – zenden / overbrengen / uitzenden / overdragen
rajons - district het / regio de
rakstāmgalds – schrijftafel de / bureau het
/ balie de
rakstāmpiederumi – schrijfwaren de (pl)
rakstīt - schrijven
raksts – artikel het (schrijfsel)
raksturs – karakter het / aard de
rāmis – kader het / frame het
rāms - rustig / kalm / vredig / sereen
rāmums – sereniteit de / kalmte de / rust
de
rangs – graad de / rang de / stand de
rāpot – kruipen / sluipen
rase – ras het
rasisms – racisme het
rati – wagen de / winkelwagen de
rātsnams - stadhuis het
raudāt - huilen
raukt – rimpelen / fronsen
raut - trekken
raža – oogst de / opbrengst de
ražigums – productiviteit de
ražot - produceren
reaģēt – reageren / antwoorden
reakcija – reactie de
reālistisks - realistisch
realitāte – realiteit de / werkelijkheid de
realizēt - merken
reāls – reëel / echt / werkelijk
recedents – precedent het
recepte – voorschrift het / recept het
recidīvs – terugval de / recidive de
rēciens – gebrul het / geloei het /
geraas het
redīss – radijs de
redzamība – zichtbaarheid de
redzams - zichtbaar / te zien
redze - zicht het
redzēt - zien
reģionāls - regionaal
reģions – regio de / gebied het
reģistrācija – registratie de /
inschrijving de
reģistrātūra - balie de
reğistrs – register het
regulēt - regelen
reids – inval de
reimatisms – reuma de
reiss – reis de
rēķins - rekening de /
factuur
de
rēķinu: lūdzu
rēķinu - Mag ik afrekenen?
reklāmizdevums – prospectus de
rekviēms – requiem het
relatīvs – relatief / betrekkelijk
relejs – relais het
reliģija – religie de / godsdienst de
reliģisks – religieus / godsdienstig
remdens - lauw
remdēt - rustig krijgen / sussen
remontēt – herstellen / repareren
remonts - reparatie (auto) de
rene - dakgoot de
rentgens – röntgenfoto de
reptilis – reptiel het
republika – republiek de
republikānis – republikeins
reserves riepa – reserveband de
resns – dik / vet
restorāns – restaurant het
reti - zelden
revīzija – inspectie de / audit de
revolveris – revolver de / pistool het
rezervūars - reservoir het
rezultāts – resultaat het
rībēt – rommelen / ratelen / ronken / dreunen
rīcība – actie
riebīgs – walgelijk / afschuwelijk
riebums – afschuw de / walging de
riepa - band de
rietumi – westen het
rieva – rimpel de / groef de
rijīgs – gulzig / vraatzuchtig
rīkle – keel de
rīkojums – instuctie de / bevel het
rīkoties – handelen / actie ondernemen
rīks – werktuig het / gereedschap het
rinda - regel de / rij de
rindkopa – paragraaf de
rīšana – slikken het / doorslikken het /
inslikken het
rīse – pak (papier) het
rīsi – rijst de
risinājums – oplossing de
risināt – oplossen
riskants - ļoti riskants - levensgevaarlijk
riskants – riskant / risicovol
riskēt – riskeren
rīt – slikken / inslikken / doorslikken / morgen
rīt no rīta - morgenvroeg
ritenis - wiel het
riteņkrēsls - rolstoel de
rīts – ochtend de / morgen de
rītvakar - morgenavond
robeža – grens de
robežot – grenzen (aan)
robežoties – grenzen (aan)
roka – arm de / hand de
rokas bremze - handrem de
rokasgrāmata – handleiding de / handboek het
rokassprādze - armband de
rokdarbs – handwerk het / naaldwerk het /
borduurwerk het
rokturis – hendel de / handvat het
roku dzelži - handboeien de (pl)
romantisks – romantisch
rotācija – rotatie de / draaiing de
rotaļlieta -
speelgoed het
rotaslietas – juwelen de (pl) / sieraden de (
pl)
rotonda – rotonde de
rozā – roze
roze – roos de
rozīne – rozijn de
rubīns – robijn het / de
rublis – roebel de
rūda – erts het
rudens - herfst de
rudzi – rogge de
rugāji – stoppel(s) de
rūgšana – gisting de / gisten het
rūgt – gisten
rūgts – bitter
runa - toespraak de / praatje het
runāt - praten / een praatje maken / zeggen
runcis – kater de
runīgs – breedsprakig / lang van stof
rūpes – zorg de
rūpēties – zorgen (voor) / verzorgen
rūpīgs – zorgzaam / nauwgezet / zorgvuldig
rupjmaize - brood (donker bruin) het
rupjš – grof / ruw / lomp / onbeleefd
rūpnīca – fabriek de
rūpniecība – industrie de
rūsa - roest
rūsgans – roodbruin / geelbruin / vaalrood
rutīna – routine de
rūts – paneel de / ruit de
šā brīža (kopš šā brīža) – voortaan
saaukstēšanās – verkoudheid de
saaukstēties - verkouden worden
sabiedrība – maatschappij de / gemeenschap de
sabiedrisks – maatschappelijk / publiek(e)
sabojāt – beschadigen
sabojāts - kapot / stuk
sabotāža – sabotage de
sabrukt – in(een)storten
sabrukums – instorting de
sacelšanās – opstand de / oproer de /
rebellie de
sacelties – in opstand komen / rebelleren
sacensības - wedstrijd de
sacensties – wedijveren / concurreren
sacerēt – schrijven / samenstellen / componeren
sacietējums – knobbel de / bobbel de /
verharding (med.) de
sacīt – zeggen
sadalīt – verdelen
sadarbība – samenwerking de
saderināšanās – verloving de
sadursme – aanvaring de / botsing de /
aanrijding de
sadurties - botsen
sagaidīt - wachten
sagatavošana – voorbereiding de
sagatavot – voorbereiden
saglabāt – bewaren / behouden
sagraut - vernielen
sagremot – verteren
šahs – schaakspel het
saimnieks – eigenaar de / huisbaas de
saindēšanās – vergiftiging de
saīsināt – verkorten / inkorten
saišķis – bundel de / schoof de / cluster
het
saistība – verbinding de / aansluiting de
/ link de
saistīt – verbinden
saistošs – bindend
sajaukt – mengen / mixen
sajaukts - in de war / gemengd
sajūgs - koppeling de
sajukums – wanorde de
sajūsmināties – verrukt zijn
sajūsmināts - enthousiast
sajust – voelen / gewaarworden
sajūta - gevoel het
sakāmvārds – spreekwoord het / gezegde het
sakari – communicatie de / (geslachts)gemeenschap de
sakarīgs – samenhangend / coherent
sakars – aansluiting de / verbinding de
sakārtojums – regeling de
sakausējums – legering de
sakaut – verslaan
saķert - grijpen / vastgrijpen
sakne – wortel de (root de) / basis de
sakopt - opruimen
sākotnēji - oorspronkelijk
sākotnējs – eerste / begin~ / aanvankelijke
sakravāt - inpakken
sakropļot – verminken
saksofons – saxofoon de
sākt - beginnen / aanvangen
sākt iemīlēties - verliefd worden
sākties - aanvangen
sākums – begin het / aanvang de / start de
sala - eiland de
salasāms – leesbaar
salāti - salade de
saldējums - ijs het
salds - lief
salīdzinājums – vergelijking de
saliekt – buigen
salīgs – kil / koud / fris
salikts – samengesteld / gecompliceerd / complex
sālīt – zouten
salms – stro het
sāļš – gezouten
sals – vorst de (kou)
sāls - zout het
salutēt – groeten / salueren
samaitāt – bederven
šamanis - sjamaan de
samazināšana – vermindering de / reductie de
samazināt - minder worden
samērīgs – evenredig / proportioneel
samierināšanās – verzoening de
samierināt – verzoenen
samtains – fluweelachtig
samts – fluweel het
sanāksme - vergadering de
saņemt – ontvangen / krijgen
sānis – terzijde / opzij
sankcija – sanctie de
sānskata spogulis - buitenspiegel de
šantāža - afpersing de
santehniķis – loodgieter de / installateur de
saost - ruiken / stinken
sapelēt – schimmelen / muf worden
sāpes – pijn de
sāpes kuņģī - maagpijn de
sāpēt – pijn doen
sāpīgs – pijnlijk
sāpināt – pijn doen / pijnigen
saplūst – samengaan / samensmelten
sapņains - dromerig
sapnis - droom de
sapņot – dromen
saprast - begrijpen / snappen
saprātīgs – redelijk
sapulce - vergadering
de
sapūt – rotten / verrotten / wegrotten
saraksts – lijst de / register het / overzicht
het / rooster het
saraustīts – hortend / schokkerig / krampachtig
sarecēt – klonteren / stollen
sarene - verfkwast de
sarežģīt – bemoeilijken / compliceren / verwarren
sarežģīts - moeilijk / complex
sargāt – bewaken
sargs - wachter de
sari – borstel de
sarkani vaigi - rode
wangen
sarkans - rood
sarkanvīns - rode wijn de
šarms – charme de / betovering de / aantrekkingskracht
de
sarokoties - een hand geven
sārts – brandstapel de / kampvuur het
sārtums - blos de
/ blosje het
saruna - gesprek het / praatje het
sarunāt - afspraak de
sarūsējis – roestig
saržs – serge de
sasaukšana – convocatie de / uitnodiging voor
vergadering de
sasaukt – bijeenroepen
sašaurināt – verengen / vernauwen / inperken / beperken
sasiet – vastmaken / vastbinden / aaneenknopen
sasieta lente - strik de
sasildīt – verwarmen / warm maken
saskaitīt – tellen / optellen
saskaņot – coördineren
saskrāpēt – krabben / krassen
sasmalcināt – versnipperen / verpletteren
sasniedzams - bereikbaar
sasniegt – bereiken / tot stand brengen
saspiest - vastknijpen
saspīlējums – spanning de
sasprādzēt – vastgespen / gespen / sluiten
sasprindzināt – spannen / rekken / inspannen
saspringts – gespannen
sastāvdaļa – bestandddeel het / onderdeel het
/ ingrediënt het
sastiepums – spanning de
sastindzis – verstijfd / verdoofd / verkleumd / stram
sastingt – verstijven / verkleumen
sastrēgums – verkeersopstopping de
sašūt – dichtnaaien / naaien / hechten (med)
sašutis – verontwaardigd
sašutums – verontwaardiging de
sātans – satan de / duivel de
saticīgs – gezellig
satikšanās - vergadering de
satiksme - verkeer het
satikties - tegenkomen / ontmoeten
satraukt – van streek maken / doen opwinden
satraukums – opwinding de /onrust de
satriekt – verpletteren / vernietigen / ontzetten
saturēt – bevatten / behelzen
saturs – inhoud de
šaubīties – twijfelen
sauciens – roep de / gehuil de / schreeuw de
saudzīgs – zorgzaam / bedachtzaam / clement
saukt – roepen
saule – zon de
saules gaisma - zonneschijn de / zonlicht het
saulesbrilles - zonnebril de
saullēkts - zonsopgang de
sauļošanās krēms - zonnebrandolie de
sauļoties - zonnebaden
saulriets - zonsondergang de
šaurs – smal
šausmīgs - eng / afschuwelijk
šausminoš - eng
šausmu māja -
spookhuis het
sauss – droog / dor
sausums – droogte de / dorheid de
šaut – schieten / (af)vuren
sautēt – stoven
šautuve - schiettent de
savāds - vreemd / mal / gek
savākšana – verzameling de / collectie de
savākt - verzamelen
savaldīgs – beheersd
savaldzināt – betoveren / bekoren
savārīt – bereiden / koken
savervēt – inschrijven / werven
savienība – unie de / alliantie de
savienojums – verbinding de
savienot – samenvoegen / verbinden
šāviens – schot het
savilkt – samentrekken
šāviņš – projectiel het / granaat de
savrupnieks – buitenstaander de / outsider de
savtīgs – egoďstisch / zelfzuchtig
scenārijs – scenario het / script het
secība – volgorde de / opeenvolging de
secīgi – achtereenvolgens
sēdēt - zitten
sega - deken de
segt – bedekken
seifs – kluis de / brandkast de / safe de
šeit – hier
seja - gezicht het
sekas - gevolg het
sēkla – zaad het
sekls - ondiep
sekojošais – volgend
sekojošs – volgend / navolgend
sekot – volgen
sekotājs – volgeling de / aanhanger de
sekrēcija – afscheiding de / uitscheiding de
sekretārs - secretaris de
seksualitāte – sexualiteit de
seksuāls – sexueel / sexy
sekunde – seconde de
selerija - selderij de
sencis – voorvader de / voorouder de
sēne
- paddestoel de
senils – seniel / dement
sens -
oud
sentimentāls – sentimenteel
septembris - september
septiņi - zeven
sēras – rouw de
sērga – epidemie de / plaag de
sērīgs – treurig
/ droevig
sērija – serie de / reeks de
sērkociņš – lucifer de
sērot – rouwen / treuren
sēru vītols - treurwilg de
seržants – sergeant de
seši - zes
sestdiena - zaterdag
sēt – zaaien
sevišķs – bijzonder / speciaal
sēžamvieta – achterste het / zitvlak het /
billen (pl) de / kont de
sezona – seizoen het
sezonas plaukums - hoogseizoen het
sfērisks - bolvormig
shēma – schema het
siekalas – speeksel het
siena – muur de
siena drudzis - hooikoorts de
siens – hooi het
siers - kaas de
siet – binden / vastsjorren
siets – zeef de
sieva – echtgenote de / vrouw (getrouwde) de
sievasmāte – schoonmoeder ( moeder van vrouw) de
sievastēvs – schoonvader ( vader van vrouw) de
sieviete - mevrouw / vrouw de
šifrs – cijfer het / code de
signāls - claxon de / signaal het
sija – balk de
sijāt – zeven / ziften
sīki sakapāt - fijnhakken
sīks – nietig
siksna - riem de
sīksts – vasthoudend / taai / hardnekkig
sīkstulīgs – vrekkig
sīkums – kleinigheid de / bagatel de
sildāmais – gezellig / knus
siļķe – haring de
silts
- warm
silts – warm
siltums – warmte de / hitte de
simbols – symbool het
simetrija – symmetrie de
simetrisks – symmetrisch
šimpanze – chimpansee de
sinepes – mosterd de
sintakse – syntaxis de / zinsbouw de
sintētisks – synthetisch / van kunststof
sīpols - ui de
sirds - hart het
sirdsapziņa – geweten het
sirdslēkme - hartaanval de
sirēna - sirene de
sirmgalvis – bejaarde (man) de
sirms – grijs
sirsenis – horzel de
sirsnība – oprechtheid de / hartelijkheid de
sirsnīgs - oprecht
sīrups – siroop de / stroop de
šis – dit ( < het- vārds) / deze ( < de- vārds)
sist – slaan
sistemātisks – systematisch / stelselmatig
sitiens – slag de / klap de / wind(vlaag) de
situācija - situatie de
skābe – zuur het
skābs – zuur
skaidri redzams - duidelijk
skaidrība – helderheid de / duidelijkheid de
skaidrs - helder / duidelijk
skaists - mooi
skaitīt – nummeren / tellen / rekenen
skaitlis – nummer het / getal het / aantal het
skaļi – luid / hardop
skaļi teikt - opzeggen
skaļš – luid / lawaaierig / hard
skaņa - geluid het / klank de
skaņas caurlaidīgs - gehorig
skanēt – klinken
skapis - klerenkast de / kast de
skarbs – ruw / hard / grof
skatiens - blik de
skatīt - zien
skatītājs – toeschouwer de
skatīties - kijken
skats – uitzicht het / panorama het
skatu laukums - uitzicht het / gezichtsveld het
šķaudīt: ļoti šķaudīt – proesten /
flink niezen
šķautne - vlakje
het / facet het
šķavas – niezen het
skavotājs - nietapparaat het
šķebinošs – vuil / smerig / gemeen / lelijk
skelets - skelet het
šķendēties - zeuren
šķēps – speer de / spies de / lans de
skeptiķis – scepticus de
šķērsām – kruiselings / overdwars
šķērsiela – zijstraat de
šķērslis – hindernis de / belemmering de
/ obstakel het
šķērsot - oversteken
skice – schets de
skicēt – schetsen
šķīdība – oplosbaarheid de
šķīdinātājs – oplosmiddel het
šķīdinošs – oplossend (middel)
šķīdoņa – slijkerig
šķīdonis – modder de / slijk de/
smeltende sneeuw de
šķidrs – vloeibaar
šķidrs – vloeibaar
šķidrums – vloeistof de
šķiedra – vezel de
šķīrējtiesa – arbitrage de
šķīrējtiesnesis – scheidsrechter de /
arbiter de
šķirot – sorteren
šķiršanās – scheiding de / echtscheiding de
šķirt – ontbinden / scheiden
šķirties – scheiden / echtscheiden
šķist –lijken / schijnen
šķīvis - bord het
skola - school de
skolēns – leerling de / scholier de
skolniece – leerlinge de
skolnieks - leerling de
skolotāja – lerares de
skolotājs – leraar de
skops –gierig
skopulīgs – krenterig
skopulis – gierigaard de / vrek de
skrējējs – hardloper de
skrējiens – wedloop de
skriemelis – wervel de
skriet - hollen
skrūvgriezis - schroevendraaier de
skulptors - steenhouwer de /
beeldhouwer de
skulptūra - beeld het
skumdināt – bedroeven / bedroefd maken
skumīgs - treurig
skumjas - verdriet het
skumjš - verdrietig
šķūnis - schuur de
skūpstīt – kussen / zoenen
skūpsts – kus de / zoen de
skurstenis - schoorsteen de
skuveklis - scheerapparaat het
slābans – slap
slābs – slap
slaids – slank / tenger
slaistīties – lummelen / rondhangen
slaists – leegloper de / luilak de/ lummelaar de
slampa – slet de
slāpes – dorst de
slapjš - nat
slaucīšana - wegvegen het
slavens – beroemd
slēdzis - schakelaar de
slēgšana – sluiting de
slēgts - gesloten
slepeni - stiekem
slēpju nūjas - skistokken de (pl)
slēpju zābaki - skischoenen de (pl)
slepkava – moordenaar de
slēpt – verbergen / opbergen
slidens - glad
slīdēt - slippen
slīgt – zinken / wegzakken
slikta diena - rotdag de
slikta persona - gemenerik de
slikts – slecht
slimnīca - hospitaal het / ziekenhuis het
slims - ziek
slinks - lui
slota - bezem de
smadzenes - hersenen de (pl)
smags – zwaar
smaids - glimlach de
smaka - stank de
smarža - geur de
smaržas – parfum het/de
smidzināt – (be)sprenkelen / motregenen
smidzinātājs - sproeier de
smiekli - lachen het / lach de
smieklīgs - grappig
smieties – lachen
smiltis – zand het
smirdēt - stinken
šņabis - wodka de
sniegs - sneeuw de
šņukstēt - snikken
šodien - pēcpusdiena
šodien – vandaag
sodīt - straffen
sods – straf de
šoferis – chauffeur de / bestuurder de
šokolāde – chocola(de) de
šokolādes piens - chocolademelk
šoks – schok de / shock de
soļot - stappen
soma – tas de
Somija -
Finland
šoņedēļ – deze week
šorīt - vanmorgen
šoseja - autoweg de
šovakar -vanavond
spainis - emmer de
spalva – veer de
Spānija - Spanje
sparģeļis - asperge de
speciāls - speciaal
spēcīgs - sterk
spēj vadīt
- aankunnen
spēja – bekwaamheid de
spēle – spel het
spēlēt - spelen
spēlēties ar mazām stikla bumbiņām
- knikkeren
sperma – sperma het / zaad het
spīdēt - blinken / schijnen / stralen
spīdoši rotājumi - glitters de (pl)
spiedienu riepās - bandenspanning de
spiegot - spioneren
spiegs – spion de
spilgti sarkans - knalrood
spilvens
- kussen het / hoofdkussen het
spilgts – helder (licht) / schitterend / opzichtig
spināti - spinazie de
spogulis - spiegel de
sporta zāle – gymzaal de / sporthal de
sports – sport de / gymnastiek de
sprādziens – explosie de / ontploffing de
sprāgstošs – explosief / ontplofbaar
spraužamadata - veiligheidsspeld de
spriedums – oordeel het / vonnis het /
uitspraak de (jur.)
sprogas – krullen de
spuldze - gloeilamp de
spuldzes skrūve - fitting de
spuldzīte - gloeilamp de
stabilizēt - stabiliseren
stabs – paal de
standarta - standaard
starp - tussen
starp citu - trouwens
starpība – verschil het / onderscheid het
starpnieks – tussenpersoon de / mediator de
stars - straal de
starteris – startmotor de
stāstīt – vertellen
stāsts - verhaal
het
Stāt! - Stop!
stāvēt – (blijven) staan
stāvoklis - situatie de
steiga – haast de
steigties – (zich) haasten / opschieten
stenēt – kreunen / kermen
stetoskops - stethoscoop de
stieple – draad de / kabel de
stiept – (uit)rekken / (uit)strekken
stikla tīrītājs - ruitenwisser de
stikls - glas het
stikls - glazen (adjective)
stimulēt - aansporen
stingri - kordaat
stingrs – streng / strikt
stiprs - sterk
stīvs: viss stīvs - stokstijf
stostīties - stamelen
strādāt –werken
strādnieks – arbeider de / werker de /
werkman de
stratēgija – strategie de / werkwijze de
straujš - snel
streikot - staken
streikotājs – staker de
stress - stress de
strīdēties – ruzie maken / discussiëren
strīds - ruzie de
strupceļš – impasse de / patstelling de
students – student de
stulbs – dom / stom
stumbrs - stam de
stumt – duwen
stunda - uur het
stūre - stuur het
stūrgalvīgs - eigenwijs
stūris - hoek de
subsidēt - subsidiëren
subsīdija – subsidie de
sudrabs – zilver het
sūdzēties – klagen
sūdzība – klacht de / grief de
suga - soort de
šujmašīna - naaimachine de
sūklis - spons de
sūknēt – pompen
sūknis – pomp de
sula - sap het
summa – bedrag het / hoeveelheid de
suns - hond de
suņubūda – kennel de
šūpot - zwiepen
šūpot arī -meedeinen
šūpoties – zwaaien / schommelen / slingeren
sūtīt - sturen
sūtīt atpakaļ – terugsturen
svaigs - fris
svari - weegschaal de
svarīgs – belangrijk / essentieel / relevant
svārki - rok de
svece - kaars de
sveicināt - groeten
sveiki! - hallo
sveikt – begroeten / verwelkomen
svešinieks - vreemdeling de
svētdiena - zondag
svētki - feest het
-
svēts - heilig
sviestmaize – boterham de / sandwich de
sviests - boter de
svinēšana – viering de / feest het
svinēt - vieren
svins – lood het
tā - zo
tabakka – tabak de
tad – dan / vervolgens
tādējādi – dus / aldus / daardoor
tāds – zo’n / zulke /zulk / van dat soort
tāfele - schoolbord het
tagad – nu
taisīt - maken / vormen
taisni – rechtdoor / direct / rechtuit
taisnīgums – gerechtigheid de / rechtvaardigheid
de
taisns – rechtstreeks / direct
taksometrs - taxi de
taksometru stāvvieta - taxistandplaats de
taktisks - tactvol / discreet
tālāk - verderop
tālāk: mazliet tālāk - een stukje
verderop
tālrunis - telefoon
de
tāls – ver / afgelegen
tālu - ver (weg)
tālvadības pults -
afstandsbediening de
tankkuģis – tanker de / tankschip de
tante – tante de
tāpat – op dezelfde manier / zo
tapetes - behang het
tārps – worm de
tase - beker de / kopje het
tasīte - kopje het
tastatūra - toetsenbord het
tāsts – verhaal het
tātad – zo / dus / daarom
taurēt – toeteren
tauriņš – vlinder de
taustes – voelbaar / tastbaar / tactiel
tavs – jouw / van jou
te – hier
teātris – theater het
tehnika – techniek de / methode de
tehniķis – technicus de
tehnisks – technisch
tehnoloģija – technologie de / techniek de
teikt - opmerken / vertellen
teikums – zin de
tēja - thee de
tējkanna - theepot de
tējkarote – theelepeltje het
tekstīls – textiel de / het
telefonēt – telefoneren / (op)bellen
telefons – telefoon de
telefonu grāmata – telefoonboek het
telepātija – telepathie de
teleteksts - teletekst de
televizors
– televisie de
teļš – kalf het
telts – tent de
telts brezents - tentzeil
het
tēma – thema het / onderwerp het
temperatūra – temperatuur de
tenkas – roddel de / laster(praatjes) (pl) de
teorija – theorie de
terapija – therapie de / behandeling de
tērauds – staal het
termometrs - thermometer de / koortsthermometer de
termostats - thermostaat de
tērzēšana - praatje het
tēvocis - oom de
tēvs – vader de
ticēt - vinden
tiekties pēc – nastreven / streven naar
tieši - meteen
tieši tā - precies
tiesības – recht het
tiesnesis – rechter de / scheidsrechter de
tievs – dun / mager
tīģeris - tijger de
tik - zo
tik daudz - zoveel
tikai – slechts / alleen maar
tikko - nauwelijks
tikmēr – ondertussen / intussen / inmiddels
tikšanās - vergadering de
tikums – deugd de
tilts - brug de
tirgotājs – handelsman de / handelaar de
/ dealer de (auto’s)
tirgus - markt de
tirgus laukums - marktplein het
tīrīt – schoonmaken
tīrīt ar tvaiku – stomen
tīrs - schoon
tīšs - opzettelijk
tomāts - tomaat de
tomēr - nog wel / niettemin
tonis - toon de
tornis - toren de
torpedēt - torpederen
tosters - broodrooster de
tosts – toast de / geroosterd brood het
tradīcija : saskaņā ar tradīciju -
volgens de overlevering
traģēdija – tragedie de / tragiek de
trağisks – tragisch
traks - tureluurs
trakumsērga – hondsdolheid de / rabiës de
tramvajs - tram de
tranšeja – sloot de / greppel de
transportēt – transporteren / vervoeren
transports – transport het / vervoer het
traucēt – storen / verstoren
trauks – pot de
trauksme – alarm het
treice – hitte de
treneris – coach de / trainer de
trešdiena - woensdag
trīcēt - bibberen
trieka – beroerte de
triks – truc de / list de / kunstgreep de
trīs – drie
trīsstūris - driehoek de
troksnis – tumult het / lawaai het / kabaal het
trolejbuss - trolleybus de
trompete – trompet de
trotuārs – trottoir het
trūkums – gebrek het / tekort het /
zwakheid de / tekortkoming de
trusis - konijn het
tu - jij
tualete -
toilet het / wc de
tualetes papīrs - toiletpapier het
tualetes piederumu soma – toilettas de
tukšs - kaal / leeg
tukšs - leeg
tūkstotis - duizend
tulkotājs – vertaler de
tulks – tolk de
tulpes sīpols -
tulpenbol de
tumšais alus - bier (donker) het
tumšas acis – donkere ogen de
tumšs - donker
tunelis - tunnel de
tur - daar
turēt - vasthouden
turklāt - trouwens
turp - daar(heen)
turp un atpakaļ - heen en weer
turpināt - doorgaan
turpināties -
duren
turpmāk - hierna
tuvoties - naderen
tuvu - dichtbij
tuvu: mēs esam tuvu - we zijn nu vlakbij
tvaicēt – stomen
tvaiks – stoom de
tvertne - reservoir het
ūdens - water het
ūdenskritums – waterval de
ūdensslēpēm:
slēpot ar ūdensslēpēm - waterskiën
ūdensslēpes - waterski de
ugunsdzēsēju depo - brandweerkazerne de
ugunsdzēsēju kāpnes - brandtrap de
ultimāts – ultmatum het
un – en
universālveikals - warenhuis het
universitāte - universiteit de
upe - rivier de
upuris – offer het / slachtoffer het
urinēt – urineren / plassen
urīnpūšļa iekaisums - blaasontsteking de
urīnpūslis - blaas de
ūsas – snor de
uz – naar
uz iekšu – naar binnen / binnenwaarts
uz kurieni – waarheen / waar naar toe
uz turieni – daarheen
uzacs – wenkbrauw de
uzaicināt - uitnodigen
uzaugt - opgroeien
uzbāzīgs - opdringerig
uzbāzties – lastigvallen / zich opdringen
uzbrukt - aanvallen
uzbrukums - overval de / aanval de
uzbudinošs - spannend
uzcelties – opstaan / verrijzen
uzdrīkstēties - durven
uzdurties - tegenkomen
uzjautrināt – amuseren / opvrolijken / opbeuren
uzkāpšana – beklimming de / klim de
uzkāpt – klimmen / beklimmen
uzklausīt - aanhoren
uzkoda – snack de / tussendoortje het
uzkrāšana – opeenhoping de / opeenstapeling de / accumulatie de
uzkrītošs – opvallend
uzlabot - verbeteren
uzliesmojums – flits de
uzlikt - opleggen
uzlīme – sticker de / label het
uzmanība –aandacht de
uzmanīgs – voorzichtig / opmerkzaam
uzmanīgs : esi uzmanīgs - pas op
uzmanīgs : ir uzmanīgs - uitkijken
uzminēt – raden / gissen
uzņēmējs – ondernemer de
uzņēmīgs – ondernemend
uzņemšana – ontvangst de / verwelkoming de
uzņēmties – ondernemen
uzpirkstenis - vingerhoed de
uzrādīšana – presentatie de
uzraksts – opschrift het / inscriptie de
uzraudzība – toezicht het / supervisie de
uzrunāt - toespreken
uzsākt – beginnen / starten
uzskaitīt – opsommen / inventariseren
uzstādīšana – installatie de
uzstādīt - installeren
uzsvārcis – overal de / werkpak het /
werkjas de
uzsvars – nadruk de / accent het / klemtoon de
uzsvērt – benadrukken
uzticams – betrouwbaar / trouw
uzticēties - vertrouwen
uzticīgs – gelovig / trouw / waar
uztraukt - verontrusten
uztraukties – verontrust zijn / zich zorgen maken
uztraukums - opwinding de
uzturēšana – onderhoud het
uzturs – voeding de / voedsel het
uztvere – gewaarwording de / beleving de /
perceptie de / waarneming de
uzurpēt – zich (onrechtmatig) toeëigenen
uzvārds - achternaam de
uzvarētājs – winnaar de
uzvesties – zich gedragen
uzziest - smeren
uzzīmēt - schetsen
Vācija - Duitsland
vadīt: spēj vadīt - aankunnen
vadītāja apliecība – rijbewijs het
vagoniņš:
dzīvojamais vagoniņš - woonwagen de
vai – of
vaigs - wang de
vaimanāt – klagen / jammeren / loeien
vaina - schuld de
vainags – kroon de / krans de
vainīgs - schuldig
vairāk - meer
vairāk atkal - steeds weer
vairāki – verschillende / verscheidene
vairākums – meerderheid de / merendeel het
vairogs - schild het
vajadzēt – vereisen / nodig hebben
vajāšana – vervolging de
vājš - zwak
vājums – zwakte de / zwakheid de
vakar – gisteren
vakara zvaigzne - vakara zvaigzne (= Venus)
vakara zvaigzne – Venusster de
vakarrīt – gistermorgen
vakcīna – vaccin het
vakcinācija – vaccinatie de / inenting de
valdība – regering de
valdīt - regeren
valdnieks – heerser de / bestuurder de
valdzinājums – fascinatie de / betovering de
valoda – taal de
valsts – staat de / natie de / land het
valzirgs – walrus de
vanna – bad het
vannas istaba -
wasgelegenheid de
vannas istaba - badkamer de
var – kan / kunnen
varbūt – misschien
varde - kikker de
vārdnīca – woordenboek het
vārds - woord het / naam de
vārds: pilns vārds - volle naam de
vārgums – malaise de
vārīt - koken
vārna – kraai de
varonis – held de
vārti - poort de
vasara - zomer de
vasaras brīvdienas - zomervakantie
vasaras smarža - zomergeur de
vaskot – boenen / waxen
vasks – boenwas de / was (wax) de
vāts – vat het / kuip de
vats – watt de
važas – boeien de / ketenen de / kettingen de
vecākais - oudste
vecāki – ouders (pl)de
vecmāmiņa - oma de / grootmoeder de
vecmāmiņa - oma de / grootmoeder de
vecmāte – vroedvrouw de
veco ļaužu pansionāts / māja –
bejaardentehuis het
vecs – oud
vecs: ļoti vecs - stokoud / zeer oud
vectēvs – grootvader de / opa de
vecums - hoge leeftijd de
vecvecāki – grootouders de
vedekla – schoondochter de
vēdergraizs - buikpijn de
vēders – buik de
vēdināt – ventileren / luchten
veģetācija – vegetatie de / begroeiing de
/ plantengroei de
veicināt – bevorderen / promoten
veidlapa - formulier het
veids – manier (waarop) de / soort de
veikals - winkel de
veikals rati - winkelwagen de
veiksme – succes het
veiksmīgs – succesvol / geslaagd
veikt – maken / realiseren
vējains - winderig
vējbakas - waterpokken
de (pl)
vējš - wind de
vēl - meer / verder / bovendien
vēl arvien - nog
vēlāk - later / straks
veļas mašīna - wasmachine de
veļas mazgātava – wasserij de / wasserette de
vēlēšanas – verkiezing de
vēlēties – willen / wensen
vēlētos darīt - zin hebben
velosipēds - fiets de
vemšana – misselijkheid de
vemt - overgeven
ventilācija – ventilatie de
vērtēt – evalueren / beoordelen / op prijs stellen
vērtigs - waardevol
veselība - gezondheid de
Veseļojies drīz ! - Beterschap !
vēss – koel
vēstnesis – boodschapper de / heraut de
vēstniecība - ambassade de
vēstule - brief de
veterinārārsts – dierenarts de
vētra – storm de
vētrains - stormachtig
viadukts - viaduct het
vibrēt - trillen
vidējais - gemiddeld
vidējs - gemiddeld
vidus – midden het / centrum het
vidutājs- tussenpersoon de / mediator de
viedoklis – standpunt het / invalshoek de
viegli - zachtjes
viegls – licht / gemakkelijk
vienāds – identiek / hetzelfde
vienība – eenheid de / unit de
vienlīdzīgs - gelijk
vienmēr - altijd
vienošanās – overeenkomst de
vienreiz -eens
viens – een
viens otru - elkaar
viensēta – landgoed het
vienvietīga istaba - eenpersoonskamer de
vienvirziena kustība - eenrichtingsverkeer het
viesis – gast de
viesistaba – woonkamer de
viesmīlība - gastvrijheid de
viesnīca - hotel het
viesulis – wervelwind de / windhoos de
viesuļvētra – tornado de
vietā - in plaats van
vieta - plaats de
vietējs - plaatselijk
vijole - viool de
vilciens - trein de
vilcināšanās – aarzeling de
vilcināties - aarzelen
vilkt - trekken
vilna – wol de
viļņa garums - golflengte de
vilnis – golf de
vilšanās – teleurstelling de / frustratie de
viltība – sluwheid de
viņa – zij / ze
viņai – aan / voor haar
viņam – aan / voor hem
viņas vārds ir – zij / hij heet
vīnoga - druif de
viņš – hij
vīns - wijn de
vīramāsa – schoonzus (zus van je man) de
vīramāte – schoonmoeder (moeder van man) de
vīratēvs – schoonvader ( vader van man) de
vīrietis - man de
vīrišķs orgāns - het mannelijk deel
virskrekls - overhemd het
virsmas - oppervlak het
virspuses - oppervlakkig
virtuāls - virtueel
virtuve - keuken de
vīruss – virus het
virve - touw de
virzienrādītājs - richtingaanwijzer de
virziens - richting de
visbiežāk - meest
viscaur – overal / alom
visdziļākais – innerlijk / binnenste
visi – iedereen / allemaal
vislabākais - beste
vismaz - minstens / op zijn minst / tenminste
vista -
kip de
vispirms – allereerst
viss iekļauts - alles inbegrepen
vissliktākais – slechtst / ergst
vistas - kip de
visur - overal
vitalitāte – vitaliteit de
vitamīns – vitamine de
vītols – wilg de
vītols: sēru vītols - treurwilg de
vitrīna - etalage de
vizīte - bezoek het
zābaks – laars de / hoge schoen de
zādzība - diefstal de
žagas - hik de
zāģis - zaag de
zaglis - dief de
žakete - colbert het
zaķis - haas de
zāle - gras het
zaļš - groen
zariņš - takje het
zārks - kist de
zarnas - darmen de (pl)
zars - tak de
zaudējumu atlīdzināšana – schadevergoeding de
zaudēt - kwijtraken / verliezen
zaudēts – kwijt
zeķe – sok de / kous de
zelts - goud het
zem - onder
zeme - grond de / land het / aarde de
zemene - aardbei de
zemnieks – boer de / agrariër de
zems - laag
zemūdene - onderzeeër de
zēns - jongen
žestikulēt - gebaren
žests - gebaar het
zibens – bliksem de
zibspuldze - flits (foto) de
zīdainis – baby de / zuigeling de
ziedkāposti - bloemkool de
ziedlapa - bloemblad het
zieds - bloem de
ziema - winter de
ziemas brīvdienas - wintervakantie
Ziemassvētki - Kerstmis
Ziemassvētku dziesmas - kerstliederen de pl)
Ziemassvētku vakars - kerstavond de
Ziemassvētku zvaigzne - kerstster de
ziemeļi – noorden het
zils - blauw
zīmulis – potlood het
zināt - weten /
kennen
zinātnieks – wetenschapper de
ziņkārīgs - benieuwd / nieuwsgierig
žirafe – giraffe de
zirgs - paard het
zirnis – erwt de
zivs - vis de
žņaugšana – wurging de
znots – schoonzoon de
zobārsts – tandarts de
zobs - tand de
zobu ārsts - tandarts de
zobu birste - tandenborstel de
zobu pasta - tandpasta de
zods – kin de
zona – zone de
žultsakmens - galsteen de
zupas šķīvis - soepkom de / soepbord het
žurka
- rat de
žurnālists – journalist de
žurnāls - tijdschrift het
zvaigzne - ster de
zvejnieks – visser de
zviegt – hinniken / schaterlachen
zvirbulis - mus de
|